Geert klein Bluemink (l) en Dik Nijenhuis beraden zich aan de 'olde kökkentafel' over de toekomst van de tentoonstelling van Old Reurle. Foto: Jan Hendriksen

Geert klein Bluemink (l) en Dik Nijenhuis beraden zich aan de 'olde kökkentafel' over de toekomst van de tentoonstelling van Old Reurle. Foto: Jan Hendriksen

Old Reurle krijgt hoofdpijn van expositieproblemen

Maatschappij Ruurlo

‘Zoals het er nu naar uitziet zal het helaas ontruimen worden’

Door Jan Hendriksen

RUURLO - Het is een regelrecht hoofdpijndossier voor Old Reurle: de zoektocht naar een nieuwe expositieruimte voor de oude landbouwwerktuigen, -machines en andere voorwerpen. Sinds 2000 had de Ruurlose Historische Vereniging een vaste stek bij Belevingspark Cactus Oase, maar Anny en Bert van der Meer hebben hun belevingspark op 1 november gesloten. Het is zeer goed mogelijk, dat dat ook het eind van de expositie van Old Reurle gaat betekenen. 

Sinds de opening was de verzameling gestadig uitgebreid tot maar liefst 450 landbouwmachines/werktuigen/voorwerpen. Verder had Old Reurle in 2011 een dwarsdoorsnede van een boerderij uit de jaren rond 1950 nagebouwd en in 2014 een bakoven. In 2015 werd nog een klaslokaal oude stijl ingericht.
“Toen we eind vorige eeuw op zoek waren naar een expositieruimte omdat onder meer ons lid Jan Oonk privé over een grote verzameling oude werktuigen en gereedschappen beschikte kwam het aanbod van Anny en Bert van der Meer als een geschenk uit de hemel. Door van hun kasruimte gebruik te maken konden we zonder veel voorwaarden meeliften in het succes van hun unieke toen nog geheten familiepark. Zo hoefden we geen huur te betalen”, zegt voorzitter Geert klein Bluemink van Old Reurle.
“De expositie vormde voor Anny en Bert van der Meer een prachtige aanvulling op hun parkactiviteiten. Het mes sneed zo aan twee kanten”, aldus de voorzitter als hij samen met Dik Nijenhuis plaatsneemt aan de tafel in de ‘olde kökken’ van de boerderij uit 1950. Dik is woordvoerder van de ‘kasploeg’, die in al die jaren verantwoordelijk was voor de tentoonstelling

Energieprijzen
Dat Anny en Bert van Meer op den duur met de exploitatie van hun belevingspark wilden stoppen had Old Reurle twee jaar geleden al te horen gekregen. Geert klein Bluemink: “Toen hadden Anny en Bert nog de hoop dat er een overnamekandidaat zou komen. Door en na de coronapandemie kwamen er minder bezoekers en werd de ‘seniorenmodus’ ingesteld. Dat wil zeggen dat het park afgelopen jaar alleen nog op woensdag, zaterdag en zondag geopend was. Het verdienmodel stond steeds meer onder druk. En omdat de energieprijzen momenteel de pan uitrijzen besloten Anny en Bert twee maanden geleden om niet eind volgend jaar het park te sluiten maar al per 1 november.”

Financieel
Het bestuur van Old Reurle heeft nog geen definitief besluit genomen wat de vereniging met alle 450 geëxposeerde objecten, de dwarsdoorsnede van de boerderij en het schoollokaal gaat doen. Buiten het feit dat er nog geen nieuwe expositieruimte is gevonden is de grootste vraag of het überhaupt financieel haalbaar is om ergens anders een doorstart te maken. “Het zijn vooral de ‘strenge’ voorwaarden die mede zullen bepalen of we een nieuwe tentoonstellingsruimte gaan exploiteren. Er zal voor een sanitairgedeelte voor zowel validen als invaliden gezorgd moeten worden, hoe gaan we de bemensing met vrijwilligers invullen en moet er een ontvangst/koffieruimte komen. De ‘kasploeg’ die onder aanvoering van Dik Nijenhuis de kar moet trekken krimpt door ouderdom en bestaat nu nog uit maar zeven leden. Zoals het er nu naar uitziet zal het helaas ontruimen worden van de tentoonstellingsruimte”, zo verwacht klein Bluemink.

Ultimatum
Het bestuur en de ‘kasploeg’ van Old Reurle hebben zichzelf een ultimatum gesteld. Tot 1 februari volgend jaar zoeken ze naar een nieuwe ruimte. Dan moeten ze ook een beslissing hebben genomen over de toekomst. Als er geen nieuwe expositieruimte wordt ingericht gaat een aantal landbouwvoorwerpen/machines/werktuigen terug naar de rechtmatige eigenaar omdat Old Reurle deze in bruikleen heeft. “Maar het grootste deel zal een andere bestemming moeten krijgen. We gaan dan eventueel contact zoeken met andere musea in de regio of men er belangstelling voor heeft.” Daar is dan nog iets meer gelegenheid voor. “We hebben tot volgend jaar november de tijd om de tentoonstellingsruimte te ontruimen”, besluit Dik Nijenhuis.