De haiku van Hendrik-Jan de Wit op de put bij boerderij Winkels. Foto: Arend Heideman

De haiku van Hendrik-Jan de Wit op de put bij boerderij Winkels. Foto: Arend Heideman

Arend Heideman gefascineerd door gedicht over put

‘Gelselaar is gezegend met twee oude putten die gemaakt zijn van natuursteen uit Bentheim‘

Door Barbara Pavinati

GELSELAAR - Poëzie is een rode draad in zijn leven, maar hij ziet zichzelf niet als dichter. Wel heeft hij er veel belangstelling voor en noemt hij zichzelf ‘dichter van één gedicht’. Arend Heideman woont buitenaf in een prachtige boerderij en beoefende voor zijn pensioen regionale dagbladjournalistiek. Op het moment is hij coördinator van het Poëziefestival in Gelselaar, houdt hij alles over de dichter Willem Sluiter bij met een informatiepunt op internet en is hij druk met het uitzoeken van onbekend werk van H. W. Heuvel (1864-1926), de grootste schrijver die de Achterhoek heeft gekend. Arend: “Het mooie van poëzie is de zeggingskracht. Een dichter is in staat dingen te verwoorden die langer voortduren dan het moment van schrijven.”

Bron
Op dinsdag 26 april onthulde Arend een gedicht van de neerlandicus Hendrik-Jan de Wit uit Almere bij de oude put van zandsteen bij boerderij Winkels. Dit gedicht was een afscheidscadeau van Stichting Winkels (voor exploitatie) aan Arend omdat hij zijn voorzitterschap bij culturele Stichting Bie Winkels heeft overgedragen. De haiku zond Hendrik-Jan in voor het Poëziefestival van 2020 in Gelselaar. Het thema voor dat festival was ‘bron’. Het gedicht werd toen genomineerd, maar viel niet in de prijzen. Het luidt:

1579
stenen rand hard zand
onuitputtelijke bron
het verleden leeft

“Het mooie aan dit gedicht is vooral de laatste regel, want daarmee wordt aangegeven dat erfgoed behouden blijft, dat verleden ook nu nog leeft,” legt Arend uit, “De put bij boerderij Winkels is bijzonder voor Gelselaar. In 2005 heb ik ‘Bentheimer putten, van levensbron tot tuindecoratie’ geschreven, een boek met een cultuurhistorische geschiedenis over de Bentheimer putten. De aanleiding daarvoor was de put bij boerderij Stokkink waar ik al mijn hele leven woon. Op deze put staat het jaartal 1575. Daarmee is hij de oudste Bentheimer put die tot nu toe gevonden is. De put bij boerderij Winkels heeft het jaartal 1579 en dat is het twee na oudste jaartal. Gelselaar is gezegend met twee oude putten die gemaakt zijn met natuursteen uit Bentheim, een plaats net over de grens in Duitsland. Het natuursteen van Bentheim is door heel Nederland verspreid, maar de putten zijn allemaal in een straal van 75 kilometer van Bentheim te vinden. En wel tussen Winterswijk en Schoonebeek. Een leuk weetje is trouwens dat in het verzamelde werk van Vondel de zin voorkomt ‘De rots van Bentheim danst’. Die zin slaat op het Stadhuis op de Dam van Amsterdam.”

Zwaluwen
“Nu is denk ik wel duidelijk waarom het thema van de wedstrijd in 2020 ‘bron’ was, want de putten van Gelselaar zijn echt kenmerkend voor deze plaats. Vorig jaar was het thema ‘Zwaluw’ en het is op het moment erg in zwang. Het is de meeste taalliefhebbers bekend dat ‘Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu?’ de oudste Nederlandse zin is. Nu is er onlangs een Latijns gedicht van Bisschop Radboud van Utrecht gevonden dat nog ouder is en dat over een zwaluw gaat. Het is zijn enige niet religieuze gedicht en heet De hirundine (over de zwaluw). Dat gedicht is onlangs in verschillende dialecten vertaald, ook het Achterhoeks. Gymnasiasten van het Marianum in Groenlo hebben het gedicht van het Latijn naar het Nederlands vertaald en op muziek gezet. Als klap op de vuurpijl verschijnt er en binnenkort een boek van al deze vertalingen met daarbij foto’s van zwaluwen van mijn hand. Ik heb er namelijk een hobby aan om dagelijks de zwaluwen die bij ons in de boerderij hun nesten hebben te bestuderen en fotograferen. Ik geef ook regelmatig lezingen over zwaluwen, dus je kan wel begrijpen dat ik hier heel enthousiast van word. Ik heb er ooit een gedicht over een zwaluw geschreven. Ik noem dat gedicht het enige gedicht dat ik ooit op papier heb gezet. Het gaat als volgt:

ZWALUWEN

‘n Nienduur do’w wiedwaagns los.
Zwaluwen kom gerös.
Leg oele jongen in ’t olle nös.
Maar pas op
Vuur oonze leefste katte.”

Mijn taal
Het Poëziefestival dat in 2019 in Gelselaar startte met een Appeldag is inmiddels een groot en grensoverschrijdend succes. Het festival is nu ondergebracht bij Stichting Portfolio zodat het zijn vleugels nog verder kan uitslaan. Het thema van dit jaar is ‘Mijn taal’. Er kunnen gedichten ingezonden worden in het Nederlands, maar ook in het Nedersaksisch, de andere dialecten die Nederland en Vlaanderen rijk zijn, Fries en Afrikaans. Van alle talen zijn er al inzendingen. Wil je ook meedoen? Stuur je gedicht dan uiterlijk 1 augustus in via mailadres poeziegelselaar@gmail.com. Een deskundige jury zal de gedichten beoordelen. Op zaterdag 8 oktober, de tweede zaterdag in oktober, zullen in het kerkje in Gelselaar de winnaars bekend worden gemaakt.


www.stichtingporfolio.nl

Haiku van Hendrik-Jan de Wit. Foto: Arend Heideman
Arend Heideman bij de Bentheimer put uit 1575 bij hem thuis. Foto: Barbara Pavinati