Afbeelding

Niet klagen, maar dragen

Waarom verandert er niks? In de bestuurscultuur in Den Haag? In het bestrijden van klimaatverandering? In de op hol geslagen huizenmarkt, de op hol geslagen bureaucratie, de op hol geslagen administratie in onderwijs en zorg? In het altijd maar te druk zijn? We lijken collectief de ernst van de zaak te zien, we erkennen dat het anders moet, maar weten niet goed hoe het tij te keren.

Velen verlangen naar een wereld waarin de natuur, en de mens daarbinnen, meer in balans is. Maar hoe komen we tot die broodnodige omslag in denken en doen? Bovenstaande kwesties werken vaak verlammend, omdat ze te groot zijn om als individu aan te pakken. Sinds het coronavirus zijn we in de Koppelkerk een leesclub begonnen met boeken over die urgente, maatschappelijke vraagstukken. Elke sessie komt steevast de vraag naar voren: ‘Hoe de moed niet te verliezen?’

Men zegt dat bewustwording de eerste stap is naar genezing. Die stap hebben we nu lang en breed gezet. Misschien niet overal, maar in elk geval in de bubbel waarin ik mij begeef. Maar naast die bewustwording dat ‘het’ anders moet, viert ook het cynisme in mijn omgeving hoogtij. ‘Of we lessen hebben getrokken uit het coronavirus? Laat me niet lachen!’

Vaak helpt het me om zaken die spelen in de macrokosmos (de wereld, het land, de maatschappij) te vertalen naar het niveau van de microkosmos (jezelf, familie, vrienden). Laten we de grote problemen als klimaatverandering en bestuurscultuur even voor wat ze zijn en verruilen voor de noden en behoeften van de enkeling, wat zien we dan?

Ik zie dan velen (mijzelf incluis) die - ondanks dat ze dondersgoed weten wat goed voor ze is - het hoofd blijven buigen voor wat ze niet gelukkig maakt. ‘Ja, zijn opvliegende karakter is inderdaad zwaar te verdragen, maar ik zie ook dat hij mij nodig heeft, dus ik laat het maar.’ ‘Ik weet dat ik vaker nee zou moeten zeggen en meer rust zou moeten pakken, maar ik stel niet graag mensen teleur.’ ‘Ik weet dat ik behoefte heb om mijn diepste zielenroerselen te delen, maar dat kunnen mannen toch niet, dus ik berust er maar in.’

Persoonlijk denk ik dat de oorsprong van onze apathie op grote schaal gelegen is in de kleine schaal. Het zit hem in altijd maar genoegen nemen, het er maar mee doen, het langdurig interen op je diepste verlangens, je altijd maar wegcijferen. Of wat ze in sommige kringen ook wel noemen: ‘niet klagen, maar dragen.’

Tolerantie en berusting: mooie en waardevolle eigenschappen, maar je kunt er ook in doorschieten. Soms verlangt het leven dat je nee zegt tegen datgene wat niet goed voelt en ja zegt tegen dat wat wél goed voor je is. Dat gaat altijd gepaard met je uitspreken, de confrontatie aangaan (vooral met jezelf), met je kop uit het zand steken, met oude patronen doorbreken. Eng? Ongemakkelijk? Pijnlijk? Ja, maar nobody said it was easy.