Cindy Arends, Wendy Meijer, Henri Soetenberg en leerkrachten. Foto: Rob Stevens
Cindy Arends, Wendy Meijer, Henri Soetenberg en leerkrachten. Foto: Rob Stevens

'Zachte landing' voor starters in het onderwijs

Begeleiding voor duurzamere carrière

Door Rob Stevens

BORCULO - Het is een landelijk probleem, het dreigend tekort aan leerkrachten. Ook de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Noord Oost Achterhoek (OPONOA) heeft er mee te maken heeft. Eén van de redenen voor OPONOA een fusie te overwegen met de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Winterswijk (SOPOW) en extra aandacht te besteden aan de begeleiding van nieuwe leerkrachten/onderwijsassistenten en leerkrachtondersteuners.

Woensdagmiddag hebben de twee starterscoaches van OPONOA, Cindy Arends en Wendy Meijer, startersbijeenkomsten voor eerst een groep onderwijsassistenten en leerkrachtondersteuners en daarna leerkrachten basisonderwijs. De bijeenkomsten maken deel uit van de drie jaar begeleiding die OPONOA medewerkers biedt om zo een 'zachte landing' te maken in het basisonderwijs. Onderzoek wijst uit namelijk dat een grote groep starters binnen vijf jaar het onderwijs al weer heeft verlaten.

Cindy Arends begint de eerste sessie met de uitreiking van een gekleurde pil. Cindy: “Dit is iets nieuws, een pil die al je zorgen wegneemt.” In de pil, een capsule, blijkt een klein briefje te zitten waarop onderwijsassistenten hun sores kwijt kunnen. Het is als input bedoeld voor een volgende bijenkomst. De rest van de bijeenkomst wisselen de assistenten ervaringen uit. Over dingen waar ze tegenaan lopen tijdens hun werk op de basisscholen. Soms herkennen collega’s het en weten ze nog hoe zij dat hebben opgepakt en het resultaat daarvan. Een van de kwesties die aan de orde komt is dat je soms, in noodgevallen, ’s ochtends als assistent wordt gevraagd alleen een groep te draaien. De assistent voelde zich ‘voor de leeuwen geworpen’, onvoorbereid. Maar daar word je niet voor betaald en hoe zit het met de eindverantwoordelijkheid?

Aan het eind van de sessie komt Henri Soetenberg, voorzitter van het College van Bestuur van Stichting OPONOA, binnen. Hij benadrukt hoe blij OPONOA met hen is en heeft het over het maatschappelijk belang van de taak die ze vervullen. Hij haakt ook nog even in op het punt van aandacht dat tijdens de intervisie naar voren kwam. Soetenberg: “Het gaat om het thema of je als assistent het team tijdelijk hulp kunt bieden bij een acuut probleem of dat jouw inzet als leerkracht structureel wordt. In het laatste geval is mijn advies: Als er iets is, meld het ons! Kritiek is gratis informatie.”

Daarna is de bijeenkomst van de groep leerkrachten. Soetenberg heet ze welkom en benadrukt ook hun belang voor de begeleiding van kinderen naar volwassenheid. En dat ze het vooral prettig moeten hebben bij OPONOA. Dat de begeleidingsbijeenkomsten hun daarbij zullen helpen. Hun sessie begint ook met de uitreiking van de pil. En ook de leerkrachten wisselen onderling ervaringen uit. Werken in het onderwijs kan een zwaar beroep zijn met de kans dat werknemers al snel afhaken.

'Dit is iets nieuws, een pil die al je zorgen wegneemt'


OPONOA heeft 2200 leerlingen met 220 personeelsleden. De laatste drie jaar zijn er veertig nieuwe collega’s bij gekomen. Drie jaar intensieve begeleiding, ná de opleiding, moet ervoor zorgen dat assistenten en leerkrachten de tijd krijgen in hun beroep te groeien. Dat daar de tijd voor wordt genomen, zonder meteen verantwoordelijk te zijn voor het volledige takenpakket en zonder dat je het gevoel hebt er alleen voor te staan. Er is persoonlijke begeleiding, ruimte voor het uitwisselen van ervaringen, feedback en scholing. Lijsten met beroepscompetenties maken duidelijk wat er verwacht van een beginnend assistent, ondersteuner en leerkracht, wat ze daarvoor moeten kunnen en hoe ver werknemers precies zijn in hun ontwikkeling.