Treinstation Wolfersveen aan de spoorlijn Doetinchem-Zelhem-Ruurlo. Archieffoto: Staring Instituut/Erfgoedcentrum Achterhoek Liemers

Treinstation Wolfersveen aan de spoorlijn Doetinchem-Zelhem-Ruurlo. Archieffoto: Staring Instituut/Erfgoedcentrum Achterhoek Liemers

Wolfersveen kreeg een eeuw
geleden een treinstation

ZELHEM/RUURLO - Het is dit jaar precies 100 jaar geleden dat er in Wolfersveen een treinstation werd geopend, een nieuw station in de toenmalige spoorlijn Doetinchem-Zelhem-Ruurlo. Ter gelegenheid daarvan wordt in augustus een driedaagse expositie gehouden in de zaal van de 'Heeren van Wolfersveen'.

De expositie laat zien waarom het nodig was een station te bouwen in een gebied dat men net aan het ontginnen was. Als in 1885 de lokale spoorlijn tussen Doetinchem en Ruurlo wordt geopend wordt er in het Wolfersveen een laad- en losplaats voor hout aangelegd. Hier wordt dennenhout opgeladen dat naar de mijnindustrie in Limburg gaat. Als in 1919 de 'Ontginningsmaatschappij Wolfersveen' wordt opgericht komt de ontginning van het Wolfersveen pas goed op gang. Deze neemt dan bij het laad- en losplaats een schuur in gebruik, van waaruit machines, materiaal, kunstmest en personeel worden aangeleverd. Waarom er dan op 1 juni 1921 een heus station wordt geopend komt aan het licht bij de expositie bij de 'Heeren van Wolfersveen'. Er staat een maquette van het station (5,5 x 3 m), inclusief stoomlocomotief. Verder zijn er diverse foto's, spoorwegkaarten, kranten, boeken en verhalen te zien. De gebroeders Eenink vertellen er alles over.
De expositie is op 13, 14 en 15 augustus te bezoeken en is open van 10 tot 17 uur. De entree is gratis. Wel kan men een vrije gift doen, die zal worden gebruikt voor een plaquette bij het voormalige treinstation. Zaal 'Heeren van Wolfersveen' is aan de Ruurloseweg 38 in Zelhem.

Station Wolfersveen, dat 100 jaar geleden werd geopend. Archieffoto: Staring Instituut/Erfgoedcentrum Achterhoek Liemers
Zo was lang geleden het spoornet in de Achterhoek, met de lijn Doetinchem-Zelhem-Ruurlo. Foto: Wim Eenink