Voorzitter Wicher Soek, bestuursleden Johan Klein Willink en Dick Timmerije en Peter Nieuwenhuis. Foto: Rob Weeber
Voorzitter Wicher Soek, bestuursleden Johan Klein Willink en Dick Timmerije en Peter Nieuwenhuis. Foto: Rob Weeber

IJsclub Borculo ontvangt bronzen penning

BORCULO - De uitdagende, spiegelgladde, doch flinterdunne ijslaag was alweer verdwenen zaterdagmorgen toen een deel van het bestuur zich in de ijskoude kantine meldde van de IJsclub Borculo. Doel van de bijeenkomst was onbekend, maar de uitnodiging van Peter Nieuwenhuis was voldoende om acte de présence te geven. De nieuwsgierigheid hoefde niet lang bedwongen te worden. Uit handen van Nieuwenhuis ontving het bestuur de bronzen penning ‘Borculo, beleef de Berkelstad’.

De bronzen penning ‘Borculo, beleef de Berkelstad’, een ontwerp van kunstenaar Jan te Kulve, is een waardering voor mensen en organisaties die zich inzetten om de beleving en cultuurhistorie van de stad Borculo te vergoten. Het eerste exemplaar werd in 2016 aan zeven vrijwilligers van het Borculose Brandweer- en Stormrampmuseum uitgereikt. Nu dus kwam de eer aan de IJsclub Borculo toe. In zijn toelichting beschreef Nieuwenhuis de IJsclub Borculo als een vereniging die al jaren actief is om de ijssport in de stad te bevorderen. Dankzij de inspanningen van veel vrijwilligers hebben meerdere generaties Borculoërs leren schaatsen op het natuurijs. Daarnaast organiseert de vereniging ieder jaar in samenwerking met de Sportfederatie Berkelland ‘Kids on ice’. Dit houdt in dat kinderen gedurende vier weken lang schaatsles krijgen op de kunstijsbaan in Deventer. Bestuursleden Wicher Soeks, Dick Timmerije en Johan Klein Willink namen zichtbaar verrast de penning in ontvangst en beloofden hem een mooi plekje in de bestuurskamer te geven. Hij komt naast de vorig jaar verkregen Koninklijke Erepenning voor het 100-jarig bestaan te hangen.

De IJsclub Borculo werd op 12 december 1919 opgericht en is daarmee een van de oudste verenigingen in de stad. Een definitieve plek voor het ijs was er in die beginjaren nog niet. In 1922 werden de zogenaamde vloeiweiladen van de Diepe Meene in gebruik genomen en was er voor het eerst sprake van een vaste plek. Op deze weilanden lieten de boeren bij hoge waterstanden het Berkelwater over hun weilanden lopen, waardoor bij terugloop van het water vruchtbaar slib achterbleef. In 1925 werd het weiland van baron Van Heeckeren van Wassenaar (Twickel) in gebruik genomen, de locatie tussen de Berkel en de Leerinkbeek. De Heidemij zorgde voor een 300 meter lange dijk als afscheiding van de rest van de weilanden. Dat kostte in die tijd 3.000 gulden. De huur voor het weiland bedroeg 320 gulden per jaar. Sinds de overgang naar het perceel van de baron heeft de ijsbaan haar definitieve plek gevonden, hoewel het de vereniging nooit gelukt is om het perceel in eigendom te verwerven. Het wordt nog steeds van Twickel gehuurd.