1925 bostulpen en
een linde
Ter herinnering aan de Stormramp in Borculo van 1925
Door Rob Weeber
BORCULO - Leerlingen van de richting Tuinontwerp en –aanleg van het Zone.college in Borculo hadden woensdagmiddag een bijzondere combinatieles van theorie en praktijk. De theorie bestond uit de gastles van Borculoër Peter Nieuwenhuis over de geschiedenis van de stormramp in 1925. Het praktijkdeel, onder begeleiding van Dominick Eghuizen (IdeeGroen) en leerkracht Matthijs Geltinck, omvatte het poten van 1925 bostulpenbollen op het eiland tussen de Burgemeester Bloemersstraat en de Korte Wal. Tussendoor werd een lindeboom in het Cycloonpark geplant.
Met de Stichting ‘Borculo, beleef de Berkelstad’ is Nieuwenhuis druk doende om ook voor scholen de geschiedenis van de eigen woonplaats levendig te houden. Na een korte introductie over de tijd van de Heerlijkheid Borculo, waarin de rivier de Berkel naar de stad werd afgesplitst en de verbondenheid met het huidige Huis van Oranje ontstond, ging hij verder met de Stormramp van 1925 die Borculo ongenadig trof. Het was 10 augustus 1925 toen de cycloon tegen 19.00 uur over de stad en het gebied trok. Veel mensen waren door het warme weer buiten, wat mogelijk veel levens geeft gered. De schade aan huizen en gebouwen was enorm, het aantal doden bedroeg slechts vier. Tweeduizend mensen raakten dakloos en voor hen werden houten barakken neergezet op de plek waar nu het Cycloonpark ligt.
Het was aan de voortvarendheid van burgemeester De Muralt te danken dat de hulpverlening bliksemsnel op gang kwam. Dankzij zijn contacten en zijn lidmaatschap van de Eerste Kamer in Den Haag, stuurde hij drie telegrammen uit. Een ging naar de Koninklijke Familie, met daarin de boodschap ‘Uw aanwezigheid is gewenst’, een naar de minister van Oorlog en een naar de minister van Binnenlandse Zaken. Gevolg was dat er via een nationale hulpactie, het eerste rampenfonds, ruim drie miljoen gulden werd opgehaald. Lokale acties brachten daarnaast nog eens 244.000 gulden op. Koningin Wilhelmina en haar dochter Juliana bezochten de plek des onheils een paar dagen na de ramp. De storm had ook het eerste ramptoerisme tot gevolg. De weg naar Barchem bijvoorbeeld stond vast met auto’s.
Na de ramp beloofde burgemeester De Muralt een lindeboom te planten ter herinnering aan de stormramp. Het zou echter nog 95 jaar duren, voordat deze belofte werd ingelost. Hij is geschonken door het fonds ‘Vereniging Volksheil’. Vertegenwoordiger van het fonds Wim Hulshof en wethouder Maikel van der Neut plantten de boom samen in het Cycloonpark. Daarna trokken de leerlingen naar de plek waar in 1925 het eerste monument van de stormramp stond, het Stobbenmonument, om er 1925 bostulpenbollen te planten. De tulpen symboliseren de toenmalige woorden van burgemeester De Muralt: ‘In het voorjaar zal er een nieuw Borculo oprijzen uit de puinhopen’.
