Annie stralend middelpunt tussen echtgenoot Gerard en dochter Martine. Foto: Henri Walterbos
Annie stralend middelpunt tussen echtgenoot Gerard en dochter Martine. Foto: Henri Walterbos

Weken tussen hoop en vrees voor gezin Annie Schurink

'Ik dacht: 'als we vannacht nog een keer telefoon krijgen dan is het gebeurd'

Door Henri Walterbos

ZWOLLE - 'Welkom thuis Annie'. Het bord op de oprit herinnert aan de thuiskomst van Annie Schurink (70), zaterdag 18 april, na een verblijf vanaf 25 maart op de Intensive Care en corona-afdeling in het Streekziekenhuis Koningin Beatrix (SKB) in Winterswijk. In de woonkamer is een wand behangen met liefst 110 wenskaarten en er staan tal van bossen bloemen in de kamer. "Dat is de tweede serie bloemen al", wijst echtgenoot Gerard naar de ruikertjes, zichtbaar onder de indruk. "Dat steunt oe wal. Ik wist neet dat ik zovölle fans had", lacht Annie, nadat ze uw verslaggever even daarvoor heeft aangegeven gerust te kunnen gaan zitten. "Ik bun coronavri-j," vertelt het vrouwelijke hoofd van het gezin dat naast echtgenoot Gerard bestaat uit de inmiddels uitgevlogen dochter Martine en zoon Rob.

Steun
Het gezin kan rekenen op veel steun uit de hechte buurtschap, familie en vrienden, waarbij laatstgenoemden in een groepsapp op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen van het ziektebeeld en latere herstel van Annie. De 42 apps beginnen bijna allemaal met 'We hebben net weer contact gehad met het ziekenhuis'. De serie leest als het scenario van een spannende, tranentrekkende film, waarin je in chronologische volgorde wordt meegenomen in een leven tussen hoop en vrees, met uiteindelijk een 'happy end'. Diepe zucht. Een meeslepende 'film' waarbij je als 'kijker' de hoofdrolspelers gaandeweg de film wel naar dat happy end toe wilt schreeuwen. Het is in de apps voelbaar dat er in het SKB een enorme strijd is gevoerd om haar leven te redden, haar beter te maken en er aan de rand van ziekenhuisbedden wereldprestaties geleverd worden. "Ik ben blij dat ik nog leef. Ik weet er zelf weinig meer van", vat Annie haar verblijf schouderophalend samen.

'De arts was voorzichtig positief. Annie heeft toch de laatste dagen paar stapjes vooruit gezet. Alleen blijven ze voorzichtig. Het is een raar virus.'

Het zijn de strohalmen waar de familie zich gedurende haar ziekenhuisopname aan vastklampt. Meer hebben ze ook niet, naast het branden van kaarsjes.

Skivakantie
Over hoe de vrouw des huizes het moordlustige virus heeft opgelopen zijn twijfels binnen het gezin. Op zondag 8 maart vertrekken vader, dochter, vriend Wouter en nicht Nienke naar Oostenrijk voor de jaarlijkse skivakantie. Zonder Annie, die liever in Zwolle vertoeft. "Ik bun neet zo'n vakantiemens."
Het Zwolse gezelschap verblijft in het achteraf discutabele skigebied rond Ischgl, het ski-oord waarvan beweerd wordt dat het tegen beter weten in open is gehouden, terwijl het virus er al huishield, zonder hier maatregelen tegen te treffen. "We zijn er een paar keer wezen skiën, daar ook in de bars geweest tijdens Après ski", vertelt Martine. Wel viel hen iets op in een après-ski bar. "Er gingen, nadat wij er geweest waren, al verhalen dat een barman van die bar besmet was en waarschijnlijk anderen besmet had. Toen wij daar voor de tweede keer waren vonden we het al vreemd dat daar personeel van een andere skibar achter de bar stond in shirts van hun eigenlijke bar. Een dag later was de bar dicht. In Nederland was het toen nog niet zo'n hot item, was je er niet zo mee bezig. In Italië al wel. Wij zijn gewoon wezen skiën, hebben er verder niet bij stil gestaan, niet gedacht om naar huis te gaan, voelden ons lekker."

De planning was donderdagavond 12 maart terug te keren naar Nederland. "Toen was al bekend dat daar zaterdag alles dicht zou gaan. Het werd duidelijk dat het virus daar echt was uitgebroken. We dachten direct 'het wordt tijd om naar huis toe te gaan'.
Thuisgekomen bleek Annie al een paar dagen niet lekker in orde. "Zelf hadden we helemaal geen klachten, op een kuchje bij pa na, maar dat heeft hij wel vaker. Ik werd later neusverkouden, maar ook dat heb ik wel vaker. Wel waren we alle vier hartstikke moe, Wouter en pa hadden spierpijn. De vraag is of moeder het van ons heeft opgelopen. Daar kom je ook niet achter want wij zijn niet getest. Of ze al besmet was of dat ze het tijdens haar griep toch van ons opgelopen heeft, we zullen het nooit weten. We denken zelf dat we het wel gehad hebben."

Steeds zieker
Annie werd ondertussen steeds zieker, lag op een gegeven moment vooral in bed. "Het begon met een beetje hoofdpijn. Ik was gewoon niet fit. Net of je grieperig bent. Later kreeg ik er buikgriep bij. Dat is helemaal verschrikkelijk", maakt Annie al hoofdschuddend een wegwerpgebaar. "Die symptomen waren in het begin van de coronacrisis niet opgenomen in het rijtje symptomen van het virus. Naarmate het ziektebeeld helderder werd bleek het ineens wel één van de symptomen", weet Martine, zelf werkzaam bij een huisartspraktijk in Borculo en dus goed op de hoogte. "Maar ik had geen koorts, was niet benauwd", vult Annie aan. "Daarom werd ik ook niet opgenomen. Het contact met de huisarts verliep via de telefoon." Na tien dagen op bed te hebben gelegen werd Annie maar niet beter. "Ze was toen erg verzwakt, hebben we de huisarts weer gebeld. De richtlijn was toen nog steeds benauwdheid, koorts, hoesten. Later pas kwamen diarree, hoofdpijn, moeheid daarbij. Men leerde toen de ziekte net een beetje kennen."

Toen Martine steeds meer verontruste berichten van achteruitgang kreeg op haar werk namen de zorgen toe. "Toen ik bericht kreeg dat mama niet eens meer rechtop kon zitten, al liggend dronk, er water langs haar mond liep. Dat is niets voor mama. Ze is zo'n pietje precies. Ik vertrouwde het niet, had er een slecht gevoel bij. Toen pa me belde 's avonds 25 maart en vertelde dat ma hem voor iemand anders aan had gezien, toen hij haar had geholpen met douchen, ben ik er naar toe gegaan en hebben we de huisartsenpost gebeld, daarbij verteld dat wij in Oostenrijk waren geweest. Ik had Wouter al gezegd dat ik mogelijk daarna wel veertien dagen in quarantaine zou moeten, had mijn spullen al meegenomen, maar dat kon me niets schelen. Voordat ik er was belde pa al op dat de huisartsenpost was geweest en ze naar het ziekenhuis toe moest, de ambulance zou komen om haar op te halen." "Toen had ik wel iets koorts", weet Annie nog. Gerard vult haar aan: "De bloeddruk bleek te laag, te weinig zuurstof in het bloed. Ze kreeg hier al direct zuurstof."

Positief
In het SKB werd ze direct al op de IC opgenomen, kreeg ze zuurstof toegediend. Na twee dagen kwam de uitslag: positief. "Na 3 dagen IC ging ze al naar een normale verpleegafdeling, die ingericht was als corona-afdeling. Ik heb haar nog even telefonisch gesproken", weet Martine nog. "In de nacht van zaterdag op zondag kregen we telefoon dat de toestand in een kwartier tijd totaal omgeslagen was. Dat was heel zorgelijk. Toen hebben ze haar terug naar de IC gebracht, geïntubeerd, in slaap gebracht, volle bak behandeling. Dan weet je dat er niets bij moet komen. Het was echt kritiek", kijkt Martine opnieuw zorgelijk. Gerard: "Ik dacht: 'als we vannacht nog een keer telefoon krijgen dan is het gebeurd.'" Annie hoort het allemaal aan. "Ik weet er helemaal niets meer van. Ook niet dat het slechter ging."

De situatie bleef een paar dagen 'matig stabiel', zoals het ziekenhuis haar situatie omschreef. "Op een gegeven moment werd zuurstof langzaam afgebouwd, ging ze met kleine stapjes vooruit, kregen wij weer hoop", kijkt Martine blij. "Ze zeiden ons wel eens dat ze soms twee stapjes voorwaarts maakte maar dan ook weer drie achteruit", weet Gerard nog. "Het virus is totaal onberekenbaar", hoorde hij meerdere keren.
Langzamerhand werd de zuurstof stapsgewijs afgebouwd, evenals de slaapmedicatie, dat ze zelf mee moest gaan ademen. "Op een gegeven moment sprak men de hoop uit alleen op zuurstof over te kunnen gaan, de slang uit haar keel te halen. Dat ging goed. Toen was ze acht dagen in slaap gehouden", weet Martine als ze in de groepsapp nakijkt. "Daarna ging het allemaal best wel snel. Na een paar dagen kwam alweer ter sprake dat ze naar de afdeling zou gaan, al was ze soms iets in de war, dacht ze dat ze in de Molenberg lag. Eigenlijk ging het boven verwachting goed toen nadat ze wakker was alweer met een fysiotherapeut op de rand van het bed moest zitten als eerste oefening. Praten dat lukte helemaal niet. De mond was van binnen kapot, de keel gortdroog omdat die slang erin had gezeten." "Het is nu alweer aardig opgeknapt", klaagt Annie niet. "De sondevoeding vond ik verschrikkelijk", schudt ze haar lijf als bevestiging. "En ik mocht geen water drinken, en ik had zo'n dorst."

'Helaas is Annie vanochtend gevallen. Is zonder bijzijn van de verpleegkundige of fysio gaan staan. Ze had iets willen pakken. Gelukkig niks aan overgehouden zover nu bekend. Daarnaast krijgt ze nog zuurstof en sondevoeding. Ze heeft een wond aan haar mond die behandeld wordt. Annie wil graag drinken, maar dit durven ze nog niet aan. Bang voor verslikken.'

Zorgwekkend
Hoe slecht ze eraan toe is geweest weet ze niet. "Dat hoorde ik op de afdeling pas. Er werkte een zuster uit de Holterhoek die zei: 'Goh Annie, ik ken oe neet weer. Wat bun ie op eknapt.' Die had mij op de IC gezien. Dat stuk ben ik helemaal kwijt. Ik weet ook niet dat ze me in slaap hebben gebracht. Dan schrik je wel, denk je: 'mijn God, wat heb ik toch geluk gehad.' Ik ben door het oog van de naald gekropen besef ik me wel. Dat doet je wel wat. Ik heb een zwager die een paar jaar geleden is overleden. Hij had iets met de longen, heeft ook op de buik moeten liggen. Dan denk ik: 'Goh, Jos hef 't op motten geven en ik heb 't ered.' Daar denk je toch wel steeds aan. Ik ben blij dat ik er nog ben, maar voor hen is het ook verschrikkelijk geweest", kijkt ze naar haar man en dochter, terwijl Gerard met zijn gezicht verscholen achter zijn handen poogt onopvallend een traantje weg te vegen.

Stappen
"Ik ben nog wel een beetje schor, ben tien kilo kwijt, maar dat is niet erg. Honger heb ik niet. Je krijgt van die eiwitrijke drankjes. Langzaam mag ik weer normaal voedsel. Brood, zij het gemalen, vanmiddag worteltjes gehad, met tonijn. Die heb ik niet eens geprakt. Dat ging hartstikke goed. En het smaakte me ook nog." "Ja, ze maakt nu aardige stappen", vind manlief. "Vind ik ook, maar je wilt al snel te veel doen", bekent Annie. "Vanmorgen heb ik de vaatwasser uitgepakt en ingepakt, vanaf zo'n draaistoel. Gerard lag nog in bed. Ook al een keer was opgehangen met de rollator, 'de wasknippen' voorin, wasmand voorop, maar dat is eigenlijk te veel. Ben ik weer op bed in de kamer gaan liggen."
"Dat mot ze neet doon, moar ja, dat is emperigheid", laat Gerard horen. "Tja, dat zit d'r no eenmoal in", verontschuldigd Annie zich bijna. "Ene wee hard löp krieg ie neet an 't zachtjes lopen en andersumme ok neet", komt Annie met haar eigen tegeltjeswijsheid. Er klinkt een harde lach in de kamer. Ook weer als Gerard vertelt dat hij mensen aan de straat steeds vertelt over hoe het met Annie gaat en naar binnen wijst. 'Kiek, doar lig Annie wal.' "Dat is aapjes kijken", ervoer Annie zelf. "Dat is niks, en zei ik kom maar even binnen. 't Is gin Artis hier."

Opstandig
Haar thuiskomst ervoer ze als zeer bijzonder. "Dat was best wel emotioneel. De buurt had een bord geplaatst. Dan weet je pas wat je hebt en begint het besef pas te werken." Ze is de rust zelve terug op haar eigen stekkie. Dat was in het SKB niet altijd het geval. "Je was baldadig in het ziekenhuis", weet Martine. "Dat klopt," bekent Annie schuldbewust. "Ik was een keer zelf uit bed gegaan om te plassen. Ben ik gevallen. Ik was zo opstandig. Ik kon niks, mocht niks, kreeg geen bezoek, lag alleen. Ik zeg: 'met het weekend bun ik thuus'. Zegt die zuster heel lief: 'ja maar mevrouw Schuring, dat gaat niet.' Ik zeg: 'dat zal ik oe loaten zeen dat ik dat kan.' Dan ben je gewoon jezelf niet. Die zusters, echt perfect. Ze hebben alle tijd voor je, ondanks dat ze druk zijn. Ze willen je overal mee helpen, doen alles voor je, staan je bij. Echt petje af. Die hebben het ook niet makkelijk hoor. Ook met beeldbellen helpen ze. Ik had geen kracht maar ben er ook niet handig in. Ze leveren daar knap werk. Grandioos. Als je ziet wat ze allemaal voor je doen. Alles kan."
"Complimenten ook aan de IC", gaat Martine verder. "Als je belde werd je altijd te woord gestaan. Als het even niet uitkwam belden ze een kwartiertje later terug. Je sprak ook altijd degene die mama verzorgde. Ondanks dat ze superdruk waren, namen ze alle tijd, alles werd duidelijk uitgelegd. Precies zoals het is. Ook dat het matig bleef, zeer zorgelijk was." "Ik vind het zo knap wat ze doen", gaat Annie verder met haar lofzang op het verplegend personeel in het SKB. "'t bunt ok nog moar zukke deerntjes hè. Hoe ze voor je klaar staan, altijd vriendelijk en hartelijk. Echt petje af. Ze moeten het toch maar doen. Ook die telefoontjes die die dokters moeten plegen. Dat is ook niet makkelijk." "Ik was al blij dat ze in Winterswijk opgenomen kon worden", is Gerard opgelucht. "Ze hebt 't doar good in orde. Hoppen dat 't doar allemoal zo blif."

Quarantaineperiode
Het was voor het gezin een zenuwslopende tijd. Martine: "Ik heb voor een deel mijn werk vanuit huis gedaan, maar aan de telefoon ook alleen maar corona, terwijl je moeder daar zelf ligt met corona. Ben ik tijdelijk in de ziektewet geweest. Toen ze van de IC af ging was de druk er weer een beetje af."
"Ik heb enorme steun aan Martine gehad", kijkt Gerard terug op de moeilijke periode in quarantaine. "Zij zit een beetje in dat vak. Op een gegeven moment denk je al het ergste, ben je al met dingen bezig waar je helemaal niet aan wilt denken. Met name die ene nacht toen we telefoon kregen. Geen oog meer dicht gedaan en maar malen." "Het bijkomen vond ik het ergste", is Martine zichtbaar geroerd. "Dan heeft ze zo moeten vechten, het alleen moeten doen, komt ze bij en dan moet ze het nog alleen doen. Je weet gewoon uit verhalen dat een dag aan de beademing zo zwaar als een marathon is. Kan ik haar niet helpen, ligt ze daar alleen. Toen had ik het echt zwaar. Kon ik haar gelukkig zien met beeldbellen. Het viel me mee, al hadden ze ons keurig voorbereid op wat we zouden gaan zien. Ik had erger verwacht. Het was best wel emotioneel, maar ook heel fijn. Ook heel moeilijk want ik zag een vrouw die enorm had geleden. Het was zo fijn om haar weer te zien. We konden niet praten." "Ik vond het ook fijn", vertelt Annie zachtjes met nog iets een schorre stem. "Maar ik was zo moe en de mond zo kapot." "We hebben dikwijls een traantje weggepinkt", vertelt Gerard. "En elkaar maar inpraten positief te blijven." "Het is echt de hel en dan hebben wij nog geluk dat ze het gered heeft. Ik ben zo dankbaar dat moeder er nog is. Het was een dubbeltje op zijn kant."

Naoberschap
Komt Annie langzaam bij van haar ziekenhuisopname, zorgen over hulp en boodschappen hoefde het gezin zich niet te maken. Het Zwolse 'noaberschap' vierde hoogtij. "Boodschappen werden gedaan. Alles van de lijstjes werd gehaald, maar er zat iedere keer wat lekkers bij. Extra. Dan Paaseitjes, dan weer koffiekoeken. Zo leuk."

Bij het poseren voor de foto lijken vader, moeder en dochter bewust dicht bij elkaar te gaan staan, met een blik van 'dit pakken ze ons nooit meer af.' "Toen we haar op mochten halen in het ziekenhuis heb ik mama direct geknuffeld. Ik weet dat het niet mocht, maar het moest", sluit Martine af met een beslagen netvlies.

Annie Schurink is blij thuis te zijn. Foto: Henri Walterbos
Het bord op de oprit herinnert aan de thuiskomst van Annie Schurink. Foto: Henri Walterbos
Afbeelding