GS scherpt maatwerkaanpak bomen langs provinciale wegen verder aan

ACHTERHOEK - Gedeputeerde Staten van Gelderland scherpen hun aanpak voor bomen langs provinciale wegen aan op vier onderdelen. Daarbij laat ze de bestaande CROW-richtlijn voor een obstakelvrije berm van 4,5 tot 6 meter los.

Volgens GS ontstaat hiermee een goede balans tussen een verkeersveilige inrichting van de weg en het behoud van gezonde bomen. En kunnen zo veel mogelijk bomen behouden blijven. In specifieke gevallen is het kappen van bomen onvermijdelijk voor een verkeersveilige inrichting van de weg. GS wil haar aanscherpingen bespreken met de Staten voordat ze deze toepassen bij de aanpak voor groot onderhoud.

Identificeren
De eerste stap is het identificeren van mogelijke knelpunten voor de verkeersveiligheid op basis van de afstand tot de weg. Hiervoor maken GS onderscheid in drie zones langs de provinciale weg. In de twee zones, die het dichts bij de weg liggen, geven GS bij het identificeren van knelpunten verkeersveiligheid voorrang boven bijvoorbeeld het belang van biodiversiteit. Deze keuze volgt uit de wettelijke verantwoordelijkheid voor een verkeersveilige inrichting. In de derde zone, die verder van de weg af ligt, laat GS alle belangen even zwaar wegen.

Controleren en meer maatwerk
De tweede aanscherping is het in beeld brengen van de effecten van een knelpunt per wegtraject. Bomen hebben soms ook een positief effect op verkeersveiligheid, bijvoorbeeld doordat een rij bomen het verkeer geleidt. Daarom wil GS met behulp van maatwerk bepalen welke maatregelen denkbaar zijn en welke maatregelen zij treft. Zo kan het plaatsen een geleiderail de veiligheid voor het verkeer vergroten als er voldoende afstand tussen de boom en de weg is. En mocht GS tot kap van bomen besluiten, dan onderbouwt zij deze keuze op basis van de specifiek lokale situatie en kijkt direct naar aanplant van nieuwe bomen of struiken.

Kwaliteit
GS ontwikkelt als derde een methode voor het beoordelen van de waarde van bomen langs provinciale wegen. Bomen zijn belangrijk voor natuur, landschap of cultuurhistorie. Op basis van deze methode komt GS met een aanpak om te investeren in de kwaliteit van natuur, landschap en cultuurhistorie in bermen. Zodra deze aanpak gereed is, informeert GS de Staten hierover. De laatste aanscherping is het intern beschrijven wanneer en op welke manier inwoners invloed kunnen uitoefenen bij groot onderhoud aan wegen.


Bovenregionale samenwerking cohortverzorging

ACHTERHOEK/TWENTE - Aveleijn, De Twentse Zorgcentra, Estinea, InteraktContour en De Lichtenvoorde hebben bovenregionale samenwerkingsafspraken gemaakt. Deze zorgorganisaties stellen sinds 20 april locaties open voor cohortverzorging (geïsoleerde verzorging, bijvoorbeeld vanwege een coronabesmetting, red.) voor mensen met hersenletsel, of een verstandelijke en lichamelijke beperking in de regio Twente en Oost-Achterhoek.

Er zijn criteria geformuleerd om te bepalen wie of waarom iemand in aanmerking komt voor bovenregionale cohortverzorging. Deze verzorging is in eerste instantie voor cliënten van de hierboven genoemde zorgorganisaties. Indien noodzakelijk kunnen ook coronapatiënten van andere organisaties in de regio’s Twente en Oost Achterhoek verwezen worden door de huisarts naar deze bovenregionale cohort locaties. Sinds 20 april zijn de locaties de Schalm van De Twentse Zorgcentra en de Klokkenbelt van InteraktContour in Almelo operationeel. Ook gebouw Akkerstaf in Enschede van Aveleijn en een locatie van De Lichtenvoorde in Halle zijn ingericht voor cohortverzorging. De medische verantwoordelijkheid ligt bij het artsenteam van de betreffende zorgorganisaties. Als er geen eigen artsenteam beschikbaar is, werken de locaties met één huisarts per locatie.

Annamiek van Dalen, raad van bestuur De Twentse Zorgcentra vertelt: “Sterk aan deze bovenregionale samenwerking is dat we met een aantal zorgaanbieders afspraken hebben gemaakt over het beschikbaar stellen van cohortverzorgafdelingen. Het is een besluit dat we voor de veiligheid van cliënten en medewerkers hebben moeten nemen. Het spreekt voor zich dat iedere organisatie zich maximaal inzet voor de best mogelijke zorg voor de cliënten en dat medewerkers hierin zo goed mogelijk begeleid en gesteund worden.”
Beatrijs van Riessen, raad van bestuur Estinea: “Het is mooi om te zien hoe organisaties elkaar vinden in deze periode. Door krachten te bundelen en samen te werken, kunnen we ons maximaal inzetten voor de zorg naar cliënten.”