Op de boerderijschool krijgen kinderen les. Foto: PR
Op de boerderijschool krijgen kinderen les. Foto: PR Foto:

Betekeniseconomie – wat zie je ervan in de praktijk (6)

ACHTERHOEK - In deze rubriek staat de Betekeniseconomie centraal. Deze alternatieve benadering, ontleend aan de opvattingen en het werk van onder andere dr. Kaj Morel (1971), kijkt vanuit een sociaalpsychologische blik naar het huidige economische model van vrijemarkteconomie dat na de Tweede Wereldoorlog is ontstaan. Dit model is gebaseerd op maximale individuele vrijheid en groei. Het nieuwe, toekomstige economische model echter moet op andere, gemeenschappelijke waarden gebaseerd worden die meer 'oprechte verantwoordelijkheid voor de wereld na ons' laten zien. De komende maanden zijn mensen aan het woord geweest die met hun denk- en handelswijze aansluiting zoeken bij het gedachtegoed van de Betekeniseconomie. Deze week besteden we aandacht aan de Ekoboerderij Arink in Lievelde, tevens Biotel Achterhoek.

Door Rob Weeber

In 1958 werd Sicco Mansholt commissaris voor het Europese landbouwbeleid. Vanaf dat moment werd ingezet op grootschaligheid en productiemaximalisatie. In geen geval mocht er meer honger geleden worden. Achteraf gebleken, bedoeld of onbedoeld door Mansholt, is het gehele beleid doorgeslagen en zitten we in Nederland en Europa met een erfenis die onhoudbaar geworden is. De politiek lijkt onder druk van de klimaatdiscussie een omslag te willen maken naar terugdringing van de veestapel en de intensieve landbouw. De boer echter, te afhankelijk geworden van de zogenaamde erfbetreders, vecht vooralsnog terug. Het is de vraag of en hoe hij de gewenste omslag naar een nieuw landbouwmodel tijdig kan en wil maken.

Kringlooplandbouw
John Arink van de gelijknamige Ekoboerderij Arink in Lievelde verbaast zich over de commotie die is ontstaan. "We weten al heel lang dat de weg die de huidige landbouw heeft ingeslagen op termijn niet haalbaar is. Sinds de jaren zeventig al zijn er studies gedaan en rapporten verschenen die voor een verduurzaming van de landbouw pleiten. Maar het beleid bepaalde schaalvergroting en productieverhoging. We ontkomen echter niet aan verduurzaming en moeten terug naar grondgebonden kringlooplandbouw. Dat betekent minder produceren, terugschalen dus, maar wel met meer opbrengst en een veel betere ecologische efficiency. Veel boeren zijn daar nog niet aan toe."

De huidige

wijze van

landbouw is

totaal gezien

nauwelijks

efficiënt

gebleken


Arink boert sinds 1991 biologisch, daartoe aangestoken door een excursie naar de gemengde biologische boerderij De Eerste van Gerrit Marsman uit Marknesse in de Noordoostpolder. Zijn boerderij in Lievelde is voor 99% kringloopboerderij. Dat zou idealiter het nieuwe model voor Nederland moeten zijn, maar daar zijn we nog ver van weg. Kunstmest en krachtvoer zijn volgens hem de grote boosdoeners en staan kringlooplandbouw in de weg. Voor de productie van kunstmest bovendien worden fossiele brandstoffen gebruikt. Een derde van het Groningse gas gaat daaraan op. De vraag is hoelang we nog van fossiele brandstoffen gebruik kunnen maken. Hernieuwbare energie voor kunstmest is ook niet de oplossing omdat we deze hard nodig hebben voor zaken als woningen en vervoer. Krachtvoer wordt massaal uit Brazilië geïmporteerd, waar het Amazonegebied illegaal wordt gekapt ten behoeve van de productie van soja. Met dat krachtvoer 'pompen' we onze veestapel op met alle gevolgen van dien, zoals het mestoverschot en de uitstoot van stikstof.

Arink verwijst in dit verband graag naar het proefschrift van Meino Smit van de Wageningen Universiteit. Smit promoveerde in september 2018 op een onderzoek naar 'De duurzaamheid van de Nederlands Landbouw 1950-2015-2040'. Een van zijn conclusies is: 'De productiviteit van de landbouw gebaseerd op output/input-verhoudingen is in de periode 1950 t/m 2015 gedaald, terwijl de de productiviteit op basis van het begrip arbeidsproductiviteit is gestegen.' De output-input verhouding heeft betrekking op datgene wat we exporteren, maar ook importeren om onze landbouw aan de gang te houden. Als je dat gegeven ook meeneemt in de productiecijfers per ha, dan bedroeg de groei van de Nederlandse landbouw volgens Smit tussen 1950 en 2015 geen 261%, maar slechts 51%. Smit stelt ook de vraag wat het macro-economisch nut van het landbouwbeleid is geweest tussen 1950 en 2015. Zijn conclusie is: 'Het resultaat is dat veel boeren hun bedrijf hebben verloren en er vele miljarden aan overheidssteun is (en nog steeds wordt ) gegeven, de volksgezondheid wordt bedreigd en een achteruitgang van natuur, landschap, milieu en biodiversiteit is veroorzaakt.'

Het riool moet

terug naar

de boer


Als oplossing voor het niet meer gebruiken van kunstmest ziet Arink de terugkeer naar het gebruik van menselijke fecaliën. "Een mens poept net zoveel fosfaat als een vleesvarken uit," beargumenteert hij. "Als je bedenkt dat we meer mensen (17 miljoen) dan varkens (12 miljoen) hebben, dan kunnen we dus makkelijk terug in het aantal dieren en de hoeveelheid dierlijke mest. Teruggang in beesten betekent ook direct teruggang in krachtvoerimport, de grote drijvende kracht achter de groei van de veestapel. Wij hebben een bedrijf met 50 melkkoeien en twee jaargangen jongvee, 100 stuks. Het (kracht)voer komt van eigen land en we gebruiken geen kunstmest, dat loogt namelijk de bodem uit. De riolering van het huis en het Biotel komt uit op het land. Natuurlijke compost, zoals maaisel, zorgt voor verdere aanvulling van de benodigde stoffen voor de bodem. Dierenwelzijn en dierwaardigheid staan hoog in het vaandel. Biologische landbouw houdt rekening met diereigen gedrag. Een varken wroet graag in de modder en een koe loopt graag in de wei. Antibioticum hebben we niet nodig. Sowieso komt hier nauwelijks een erfbetreder langs. Het laatste wat ik wil is een anonieme melkproducent zijn die niet weet waar zijn product heengaat."

De boer moet weer ondernemer worden
Arink pleit voor de hernieuwde binding van de boer met zijn omgeving en zijn markt. Er is volgens hem geen ondernemer die 's morgens zijn product aan de weg zet en pas in de middag weet wat hij ervoor krijgt. Een ondernemer wacht niet op een afrekening, maar stuurt een factuur. Daarom verkoopt hij al zijn producten onder eigen naam. Van de melk wordt onder meer de inmiddels bekende camembert 'Zwaluwgekwetter' gemaakt. Het product wordt in de eigen streekwinkel en via de webshop verkocht, maar ook via affineurs (vakmensen die kaas veredelen en op smaak brengen; red.) aan speciaalzaken, horeca en de keten Ekoplaza. Dat geldt ook voor het eigen vlees en andere producten die hij produceert. Daarnaast heeft de Ekoboerderij een Biotel waar gasten (onder andere vegetarisch) kunnen eten en kunnen overnachten.
John Arink is boer in hart en nieren. Buiten zijn en het land bewerken is geen werk, maar vakantie voor hem. Het moesten meer mensen doen. De volksgezondheid zou er volgens hem wel bij varen.

Arinks koeien verblijven graag in de weides. Foto: PR
De koeiendans luidt het voorjaar in bij Ekoboerderij Arink. Foto: Kyra Broshuis
John Arink met één van zijn koeien. Foto: PR
Afbeelding