Herman Kistemaker op een handpompwagen met paardentractie uit 1783. Foto: Rob Weeber
Herman Kistemaker op een handpompwagen met paardentractie uit 1783. Foto: Rob Weeber

Passie voor rood

BORCULO - Borculo 's Brandweer- en Stormrampmuseum is meer dan een verzameling rode auto's, pompen en slangen. Het vertegenwoordigt de passie van, doorgaans, mannen die veelal zelf bij de (vrijwillige) brandweer hebben gewerkt. Hun vrijwillige inzet is onontbeerlijk om het museum draaiende te houden en hun kennis met betrekking tot de techniek zorgt voor een collectie die zo weer de weg op kan. Wie door het museum dwaalt, krijgt respect voor de manier waarop we in vroegere tijden de brand te lijf moesten.

Door Rob Weeber

Herman Kistemaker, zelf oud-brandweerman, heeft een groot deel van het bestaan van het museum meegemaakt. Hij is er vanaf 1977 bij betrokken en inmiddels al jaren voorzitter van de Stichting Brandweermuseum Borculo. "Toen er in 1956 op een zolder in Borculo enkele koperen handpompen werden teruggevonden, verborgen daar voor de Duitsers, begon het idee te leven voor een museum. Het zou echter nog tot 22 januari 1970 duren voordat de Stichting Brandweermuseum Borculo werd opgericht. Inmiddels is het museum sinds 1977 op de derde locatie gehuisvest en eigenlijk, ondanks drie aanbouwen en 3400 m2, alweer te klein. De keuze voor de Hofstraat is een mooi verhaal. De toenmalige secretaris van de stichting, gemeentearchitect Theun Scherjon, wist van een verhuizingsplan voor een lagere school naar de Hofstraat. Wij echter wilden het gebouw voor het museum en dus moesten we iets verzinnen. De redding kwam van de inspecteur van het onderwijs die het gebouw moest keuren. Hij was zelf oud-brandweerman en keurde het gebouw als schoollocatie af."

De collectie is uniek en de grootste in Nederland. Het omvat blusmiddelen vanaf het eerste begin tot en met de jaren zeventig, van de leren emmer tot de 'moderne' brandweerauto. In de middeleeuwen, als er brand was, ging iemand met een klepper rond naar de kerktoren. Voor het luiden werden er alvast twee vuurpotten neergezet in de richting van de brandhaard. De mensen wisten zo waar ze heen moesten. Later kwamen de handpompen, zoals de Jan van der Heyden-pomp uit 1672. Ook deze is te bezichtigen in het museum. De handkarren en karren met paardentractie volgden de handpompen op. Rond 1900 kwam de stoomspuit. Hoewel het een verbeterde werplengte van de waterstraal betekende, was stoom geen lang leven beschoren. De T- en A-Ford betekenden de opkomst van de benzine- en dieselmotoren. De motor dreef zowel het voertuig als de bluspomp aan. Pronkstukken uit de collectie zijn volgens Kistemaker wel de Seagrave uit 1917 en de Arens-Fox uit 1927, de Rolls-Royce onder de brandweerwagens. "De Arens-Fox is een auto met cardanaandrijving die uit Rotterdam stamt. De gemeente bestelde destijds zeven auto's. De eis was dat ze vanaf de grond tot op het dak van een flat water konden spuiten. Ook de Seagrave is een mooi verhaal. Jonkheer van Coevorden, importeur van Amerikaanse auto's, zag de wagen in Amerika staan. Hij liet hem overbrengen naar een boerenschuur in Holten en later naar zijn showroom in Deventer met de belofte dat wij hem ooit mochten overnemen. Maar eenmaal in Deventer hebben we hemel en aarde moeten bewegen om hem aan zijn belofte te houden."

Op dinsdag 4 december openen het Brandweer- en het Kristalmuseum hun deuren voor alle Borculoërs én andere geïnteresseerden. Van 16.00 tot 21.00 uur is iedereen welkom tegen slechts één euro toegangsprijs. Op die dag kan iedereen kennis maken met de verborgen schatten van Borculo. Ook de gemeente Berkelland ondersteunt de actie. Wethouder Anjo Bosman zal present zijn en zich laten rondrijden in een oude brandweerwagen. Het Brandweermuseum is gevestigd aan de Hofstraat 5, het Kristalmuseum aan de Burgemeester Bloemersstraat 1, Borculo.


kristalmuseum.nl

brandweermuseumborculo.nl