Herman en Jenneke Schepers-Harkink. Foto: Ben Tragter.
Herman en Jenneke Schepers-Harkink. Foto: Ben Tragter.

In memoriam: Herman Schepers

BORCULO - Op 15 augustus is Herman Schepers overleden. Hij was de laatste bewoner van de Lebbenbrugge en was er jarenlang rondleider. Van zijn collega-rondleider Hendrik Weenink kreeg de redactie deze bijdrage, die we graag plaatsen.

Hendrik Weenink schrijft: "Als rondleider op de Lebbenbrugge kwam ik in contact met Herman Schepers. Herman, geboren 13 mei 1925, was de laatste bewoner van de Lebbenbrugge. Hij is er is twintig jaar rondleider geweest.

Groepen acht van de basisschool bezoeken ook vaak museumboerderij de Lebbenbrugge. 't Is boeiend en leerzaam. Mijn vraag aan de kinderen was veelal: "We hebben hier een rondleider gehad, die is hier geboren. Hij is in 1932 verhuisd van deze boerderij, toen hij zeven jaar was. Hoe oud is deze meneer nu?" Dat kost prakkiseren en nog eens prakkiseren. Velen blijven het antwoord schuldig.

Herman is vermoedelijk in de beddestee geboren in de kökken. Hij zei vaak: "En misschien ok wal emaakt..." In de wieg, die er nog steeds staat, heeft hij als baby gelegen. "Dat kan ik mie neet meer herinneren", zei Herman. Hij had twee broers.

Electriciteit en waterleiding waren er nog niet. Hij vertelde: "Wassen dee-j bie de pompe, in de waskamer, met een emmer water. Ie wissen neet better." Z'n moeder stierf toen Herman twee jaar was. Hij werd opgevoed door z'n grootmoeder, Hermina Schepers-Derksen. In z'n jonge jaren bezocht hij de zogenaamde boerenschool, waar voordien meester Heuvel, tot 1926, het hoofd was. Heuvel zette zich in voor het behoud van de oude Lebbenbrugge. De destijds opgerichte stichting is ook naar hem vernoemd.
Het gezin, waar Herman uit kwam, leefde van de boerderij. Acht bunder grond, zes melkbeesten en een paar pinken. Acht varkens waaronder een fokzeuge, kippen en een paard. "As er weer biggen waren, kwam de buurte kieken.", aldus Herman. " 's Morgens atten wiellu pannenkoeken. Alléne zundags niet, dan was er luie wieven kost. Wiellu, as kinder, hadden kniene en doeven. Van de éne fietshoop naor de ander, vlòg een doeve altied met naor schole. Daor ging e effen op 't hekke zitten en vlòg dan weer terugge."

Hij haalde graag herinneringen op uit z'n jeugdjaren. In die dagen was de Lebbenbrugge nog een tolhuis. Herman heeft zelf nog tol geïnd. Het ging om één of twee centen. Vele boeren maakten toch een enorme omweg om de tol te ontlopen. De Lebbenbrugge ligt aan de Slinge. Herman vertelde: "Vrogger wodden de kinder bange e-maakt veur de Böllebak." Ook hij was bang voor de de Böllebak. Hij durfde niet over de brug naar Menkveld, de schrik voor de Böllebak (in het water) zat er goed in.

Hij keek met weemoed terug naar de tijd van vroeger. "De leu hadden bienao niks, tevraen met weinig. Ze konden oe nog bliej maken. Veul gezelliger dan no. Gewoon met elkaar spelletjes doon zoas 'mens erger je niet'. Karstfeest was toon nog echt een feest. Van niks maakte je wat. Speulen met hoepels en stelt lopen. Pijl en boog maken ie zelf. En in 't veurjaor eier oet de nöste halen."

Hij had een oud-oom die in Lochem een bakkerij had. Die bracht twee keer per jaar gebak mee. Dan kregen ze een gebakje. "Een gebakje, ie wissen neet wat oe overkwam, het kon niet op. Dat was nog eens smullen."

Hij leerde z'n vrouw Jenneke Harkink kennen bij het dansen in Barchem bij café Meilink. Ze trouwden op 28 augustus 1951 bij Peters in Borculo. "Een grote brulfte!": aldus Herman, zoals gebruikelijk. Ze kregen een dochter Wilhelmien en zoon Jan. Ze kregen twee kleinkinderen en één achterkleinkind. Toen ze zestig jaar getrouwd waren, antwoordde Jenneke op de opmerking dat dat een hele prestatie was: "Gewoon vedan gaon!" Jenneke is een paar jaar terug overleden.

Toen ze 55 jaar getrouwd waren, hebben ze in hun trouwkleren een receptie gehouden op de Lebbenbrugge in de grote kökken. Op versierde stoelen namen ze de felicitaties in ontvangst. Hiervoor was veel belangstelling, ook de pers kwam. Herman merkt op: "Net of ie van het Koninklijk huus was." Bij de voordeur een versierde boog van witte en rode roosjes. Op de tafel sterke drank en de 'Bruidegomspiepe' en 'Bruidskopjes'.

Als zevenjarige ging hij van de Lebbenbrugge naar het boerderijtje Havikhorst aan de Schooldijk. Na het trouwen ging het echtpaar naar de Pagendijk in Borculo. Hier kocht Herman een dubbel huis voor 5000 gulden. De helft werd verhuurd voor drie gulden in de week. Later verhuisden ze naar de Grolse Steeg.

Hij ging vroeg aan het werk: met 13 jaar. De langste tijd heeft Herman bij de Coöperatie gewerkt. Hij miste de tijd van vroeger, gezelliger, volgens Herman. De laatste jaren bracht hij door in het Andriessenhuis Herman merkte eens op : "Better ko-j 't neet kriegen."

Herman Schepers overleed op 15 augustus 2018 in Borculo. De laatste bewoner van de Lebbenbrugge is niet meer. Goede herinneringen aan Herman blijven."