Sander de Bruin:
Sander de Bruin: "Uit mijn onderzoek komt naar voren dat de kwaliteit van onderwijs altijd voorop staat." Foto: Eric Klop

'Sluiting school niet per se van invloed op leefbaarheid'

Planoloog Sander de Bruin deed onderzoek in de Achterhoek

Door Eric Klop

REGIO - Sluiting van basisscholen hoeft niet altijd ten koste te gaan van de leefbaarheid in kleine kernen. Inwoners hechten evenzeer aan onder meer een ontmoetingsplek en sociale binding aan de hand van bijvoorbeeld een café, de voetbalclub of schutterij. Dit komt naar voren uit de masterscriptie waarmee planoloog Sander de Bruin uit Almere eind vorig jaar afstudeerde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.

"Leefbaarheid blijkt een subjectief begrip", zegt de 24-jarige Master of Science. Hij deed onderzoek naar de invloed die het opheffen van basisscholen daarop heeft. In de Achterhoek, waar onmiskenbaar sprake is van bevolkingskrimp. "Die is daar echter nog niet zo erg, dat er niets meer aan gedaan kan worden. Er zijn volop initiatieven om de terugloop van inwoners, en dus ook van de leefbaarheid, een halt toe te roepen."
De Bruin sprak na maandenlang literatuuronderzoek met overheidsfunctionarissen, schoolbesturen en experts in de gemeenten Oost Gelre, Berkelland, Bronckhorst, Aalten en Montferland. "De conclusies waren interessant. Zo bleek uit een kwantitatieve vergelijking met de rest van Nederland dat de basisscholen in de Achterhoek gemiddeld kleiner zijn. Daarbij is opvallend dat de dekkingsgraad hier relatief laag is. Zo zijn in grotere steden binnen een straal van vijf kilometer gemiddeld vijfentwintig scholen gevestigd, terwijl dat aantal in de Achterhoek op negen ligt. Dit betekent dat de impact van sluiting in deze regio groter is. Kinderen zijn dan veelal langer onderweg naar een andere basisschool, regelmatig zelfs gevestigd in een ander dorp."
Basisscholen kampen met vergrijzing en bevolkingskrimp. De Rijksoverheid hanteert voor handhaving een ondergrens van 23 leerlingen. Basisschool St. Suitbertus in Stokkum had daar enige tijd geleden mee te maken. Hoewel ouders zich er met hand en tand tegen verzetten, besloot het bestuur de school te sluiten. De Bruin sprak voor zijn onderzoek een van de ouders. "Hij had niet alleen moeite met het proces dat tot de teloorgang leidde, maar maakte zich bovenal zorgen over de gevolgen voor het dorp. Volgens hem zal de sluiting uiteindelijk ten koste gaan van de leefbaarheid. Omdat er geen school meer is, zullen zich minder gezinnen vestigen. Dit leidt op den duur weer tot beëindiging van andere voorzieningen."
Volgens De Bruin staat vast dat voor iedereen die hij interviewde de kwaliteit van onderwijs leidend is. Of daarvan sprake kan zijn wanneer een school met bijvoorbeeld 25 leerlingen wel mag blijven voortbestaan, al is het maar om ten goede te komen aan de leefbaarheid? "Ik laat me daar niet over uit. Ben planoloog, geen onderwijskundige. Hoe dan ook bleek uit de gesprekken dat besturen mogelijkheden zien om, soms zelfs met ingewikkelde juridische constructies, kleine basisscholen open te houden en kwaliteit te kunnen blijven bieden. Via zogenoemd unit-onderwijs bijvoorbeeld, dat de kinderen bij elkaar plaatst in een onder- en een bovenbouw. Twee klassen dus, met eventueel voor elk vak een andere (parttime-) leraar."
In kleinere kernen waar nog twee basisscholen zijn met doorgaans ieder een eigen signatuur, zou vanwege de dreigende of reeds bereikte ondergrens een fusie soelaas kunnen bieden. Daarin wreekt zich volgens sommige respondenten echter de 'starre regelgeving vanuit Den Haag'. "Openbare en bijzondere scholen mogen niet onder hetzelfde bestuur vallen, want de overheid houdt die in beleid en verantwoordelijkheid strikt van elkaar gescheiden. Het is dan de een of de ander die de deuren moet sluiten. Wat voor de kinderen rest is onderwijs vanuit een andere levensovertuiging of, als de ouders dat niet zien zitten, dagelijks op en neer naar een dorp verderop. Maar of dit verder van invloed is, of moet zijn, op de leefbaarheid van de eigen woonplaats, is dus nog maar de vraag", herhaalt Sander de Bruin de conclusies van zijn onderzoek.