boerderijen de Schans en de Binneman in de directe omgeving van de Dependance van Hotel Avenarius werden twee Duitsers neergeschoten.
boerderijen de Schans en de Binneman in de directe omgeving van de Dependance van Hotel Avenarius werden twee Duitsers neergeschoten.

Op Eerste Paasdag Ruurlo vrij - deel 2

Op 1 april, eerste Paasdag, is het de beurt aan de echte troepenmacht in Ruurlo. Zonder noemenswaardige tegenstand nadert de 4e Somerset-divisie Ruurlo vanaf de Tolhutterweg. Het enige oponthoud ondervinden zij bij een brug waar Duitsers bezig zijn een bom te plaatsen. Ze weten de draden net op tijd door te knippen voordat de Duitsers de hendel van de ontsteking over kunnen halen.

In het donker komen ze op een kruispunt ook nog een Duitse tank tegen. Die is verdwaald en de bemanning vraagt hen waar ze zijn, blijkbaar in de veronderstellingen dat ze met Duitse landgenoten van doen heeft. Dat is een vergissing. "We vertelden het hen en stopten ze in de laadbak", schrijft de Engelse notulist laconiek in zijn oorlogsdagboek. Om een uur of half zes in de morgen bereiken ze Huize Ruurlo. Daar wappert de Rode kruisvlag, dus de Engelsen denken met een hospitaal van doen te hebben en verwachten hier geen verzet. Tot onverwacht een Duitse pantservuist wordt afgevoerd vanuit de kasteeltuin. Een Engelse tank wordt getrokken waarbij drie Engelse militairen om het leven komen: T.P.R.C.W. Lorensen, P.E. Nicholls en P. te Bake. Hun stoffelijke overschotten worden in de kasteeltuin begraven. P. te Harrison raakt zwaar gewond en zal de volgende dag overlijden. Hij krijgt een voorlopig graf op de boerderij van Derk Jan Arfman (N 16) tussen het huis en de schuur.
De overige tanks concentreren nu hun vuur op de plek vanwaar de pantservuist is afgevuurd, de Duitse schutter laat in dit spervuur het leven. Onder dekking van tankvuur wordt dan het park en het kasteel bestormd. Kort daarop geven de resterende Duitsers, zo'n zestig in getal, zich alsnog over. Later worden in de singel achter het kasteel nog verse graven gevonden. Het blijkt dat de Duitsers op het laatst nog een aantal van hun eigen deserteurs hebben doorgeschoten. Ook verderop richting Ruurlo bieden de Duitsers nog verzet. Bij de boerderijen de Schans en de Binneman worden twee Duitsers neergeschoten. Vanaf Huize Ruurlo wordt de ingang van de Dorpsstraat nu onder vuur gelegd. Het is nog steeds in de vroege morgenschemer en voor mensen die getuige zijn vormen de vuurbanen in het duister een spectaculair schouwspel. Bij Hotel Avenarius wordt de voordeur weggeschoten, een Duitse soldaat blijft dood achter in het portiek. Tegenover Avenarius, aan de andere kant van de weg, ligt ook een gesneuvelde Duitser. De Duitsers kunnen geen gebruik maken van hun pantserafweerkanon dat ze aan het begin van de Dorpsstraat hebben geposteerd, in de voortuin van de winkel van Wijler (nu kantoor Univé). De schutter van het kanon wordt dodelijk getroffen voordat hij in actie kan komen. Na een beschieting van zo'n tien minuten ligt de dorpskern vrij en de tankcolonne ratelt nu de verlaten Dorpsstraat in geflankeerd door soldaten met mitrailleurs die de huizen controleren.
Verderop richting Barchem ondervinden de Engelsen alleen tegenstand van de Duitse soldaten die vanuit de mangaten hun mitrailleurs op hen af blijven vuren. In de buurt van boerderij Bekenschot is dat eveneens het geval. Twee Duitsers komen om het leven en worden tijdelijk bij een bosje langs de Barchemseweg begraven. In totaal zullen aan Duitse zijde tien soldaten sneuvelen in de strijd om Ruurlo. Bij boerderij de Sasse, daar vlak in de buurt, wachten grote groepen Duitsers inmiddels op de komst van de Engelsen en de kans om zich zonder verder verzet over te geven. Bij Bensink wordt een jonge Duitse soldaat, bevend als een riet, door de Engelsen opgepakt. Hij is net zestien jaar. Een andere Duitser, die zich daar in de buurt achter seringenstruiken heeft verborgen wordt door zijn lip geschoten als de Engelsen vanaf Mekkink het vuur openen.

Chocola van Montgomery
Om half tien in de morgen van 1 april 1945 is Ruurlo definitief bevrijd. De Canadese 12e Manitoba Dragoons arriveren om de verovering veilig te stellen en bevestigen een voorlopig hoofdkwartier in het huis van Teger aan de Spoorstraat. Want de fronttroepen van de Somerset divisie hebben haast. Ze willen de Duitsers zodanig opjagen dat deze geen kans krijgen om zich te hergroeperen en zich ergens te verschansen. Als een stoomwals rollen ze verder tot ze amper drie weken later voor Bremen staan. In Ruurlo ziet men tot laat in de middag nog verspreide Duitsers en landwachters die weilanden en sloten een goed heenkomen proberen te zoeken. Het is een chaotische aanblik. Ook de dag daarop worden nog steeds zo hier en daar wat loslopende Duitsers aangetroffen en door burgers ingerekend. Gerrit Oonk (Waterhoen) spreekt van opgepakte soldaten die zo uitgehongerd waren dat ze, voordat iemand in kon grijpen, met handenvol het vergiftigde graan naar binnen werken dat bedoeld was om kraaien mee uit te roeien. Een dag of drie later komen er nog twee Duitse soldaten te voorschijn uit de hooiberg bij boerderij de Mors. Ze worden alsnog ingerekend. Als nieuwsgierig jongetje van zeven jaar krijgt Gerrit Oonk langs de Groenloseweg een stuk chocola aangeboden van een Engelsman. 'Een magere, tanige kerel met een zwarte muts scheef op het hoofd'. Als hij later foto's in de krant ziet weet hij het zeker: dat moet veldmaarschalk Montgomery geweest zijn op inspectie bij zijn troepen!


Wordt vervolgd