Illustratie: Marc Weikamp
Illustratie: Marc Weikamp

Boeren, burgers en buitenlui | Rick Groters vindt dat men geregeld te angstig is

XInterviews & Achtergrond

ACHTERHOEK - In Boeren, Burgers en Buitenlui spreken we met inheems, import en idealist over hoe het leven in de Achterhoek is. We evalueren en fantaseren en Marc Weikamp zal illustreren, omdat de regio er is om te eren. Deze week een gesprek met Rick Groters; hij is decorontwerper, woont in Zeddam en ziet het als zijn grote missie om te verbinden. “Mensen komen bij mij omdat ze weten dat ik gek genoeg ben om iets te doen.”

Door Eva Schuurman

Rick Groters groeide op in Zelhem en Halle. “Mijn moeder is juffrouw, ik spreek school-Nederlands.” Toch zegt ie - als een kameleon - zijn Achterhoeks accent te zien verzwaren onder invloed van muziek en mensen. “Het is een mooie taal. Het is niet één taal, het zijn allemaal dialectjes bij elkaar.” Toen Rick in Utrecht studeerde voor het vak van theatervormgever zagen zijn medestudenten hem overigens voor een tukker aan. “Ik kwam uit het oosten en zij vonden iedereen voorbij Arnhem een tukker.”

Inmiddels woont hij in Zeddam, waar de ene helft zich Liemers- en de andere helft zich Achterhoeks voelt. “Het dorp ligt op de grens van die twee streken, mij maakt die grens niet zoveel uit. Het gaat om wat je zelf vindt en ik vind mezelf een Achterhoeker, waar ik ook ben.” Het besef bij de streek te horen was er al snel, want in zijn zoektocht naar bijbaantjes - ‘Mijn eerste bijbaantje was bij een imker’ - herkende hij op verschillende plekken het ‘klauwen uit de mouwen-principe’. “De Achterhoeker pakt aan en steekt zijn kop niet boven het maaiveld uit tot de rest het doet, daarna durft ie het zelf ook.”

Rick vindt het belangrijk van betekenis te zijn voor zijn streek. Zo stond hij aan de basis van vele initiatieven; hij belichaamde het ‘Rode Mannetje’ dat Festival BuitenGewoon in Doetinchem vergezelt, bedacht als tegenhanger van de deftige netwerkborrel ‘de haringparty’ het ‘VisstickFeestje’ voor creatievelingen en droomt ervan een keurmerk te ontwikkelen voor producten van Achterhoekse bodem. “Een soort van ‘made in China-stempel’, iets waarmee je met één blik kunt zien dat het hier is gemaakt.” Momenteel gaat Rick van trots vooral als levende etalage van de streek door het leven. “Sinds we die vlag hebben zijn we met zijn allen uit de Achterhoekse kast gekomen.” Dus siert de vlag zijn telefoon, is zijn auto ermee bestickerd en heeft ie een muts, sokken en een onderbroek met de vlag. “De merchandise is compleet.”

‘Sinds we die vlag hebben zijn we met zijn allen uit de Achterhoekse kast gekomen’

Ik vermoed dat Rick niet eens heeft nagedacht over hoe zijn droomkeurmerk zijn eigen creaties zou kunnen sieren, daar is ie te bescheiden voor. “Als ik voor mijn werk iets maakte dacht ik dat het vast niet interessant was, ik had het immers gemaakt.” Rick werkt als decorateur in een pretpark waar hij attracties thematiseert. “Toen ik voor Burgers’ Zoo eens objecten maakte waar duizenden mensen naar keken, heb ik mijn instelling een beetje bijgesteld; ik mocht best trots zijn op mezelf.” Mocht het de Achterhoek trouwens lukken een pretpark uit de grond te stampen, dan zou hij daar wel willen werken. “Ik verwonder de mensen graag.” En wat in een pretpark staat verbindt de mensen voor langere tijd, in het theater is het na een seizoen voor de shredder of de hoogste bieder.

Toch zal je Rick niet van weemoed horen zuchten om wat voorbijgaat: “Ik heb van huis uit meegekregen dat je ofwel klaagt over iets dat je mist, ofwel zorgt dat het er komt.” Het meeste dat Rick organiseert groeit hem overigens net boven de pet uit. “Het wordt altijd net iets te veel en te groot, maar ach het komt toch goed. Dat is ook de charme ervan.” Zo was er de ‘ZonderCross’ wegens het gemis van de ‘Zwarte Cross’ en ter bevordering van ultieme verbroedering. “Ik hoop dat ons gevoel van ‘samen’ nooit verdwijnt, het naar elkaar omkijken en elkaar helpen de dingen samen te doen. Als dat gevoel blijft dan kan de rest in de juiste vorm mee veranderen.”

Zijn uitspraak doet me denken aan hoe Rick zijn tweede thuis vijf jaar geleden noodgedwongen van vorm veranderde. Hij zit in de keuken van zijn Scoutinggroep in Doetinchem, terwijl hij me erover vertelt. Aan de buitenkant van het gebouw hangt de gedenkplaat die hij zelf ontwierp, de plaat die herinnert aan de brand van september 2016. “Ik ben trots op de plek die we na die tijd hebben gecreëerd en die we nog steeds optimaliseren. Want als je angst opzij gooit, kun je opnieuw een stap vooruit doen.” Het is dan ook niet gek dat hij voor zijn Scoutinggroep de tekst ‘Vaak bu’j te bang’ op truien liet drukken. Zelf liep Rick overigens rond met zijn eigen school-Nederlandse vertaling van die veerkrachtige uitspraak: “Geregeld bent u te angstig.” Toch was ie het wel een beetje voor dit gesprek. “Ik denk dan dat ik niet interessant genoeg ben voor zo’n artikel.”

We appen nog wat na over de naam van een gezamenlijke kennis die ons alsnog te binnen schiet en dan denk ik aan een lied. Rick haalde het daarstraks aan. Zou het over de mooiste streek van het land gaan? “Ik krieg van ow jo neet genog, nee nooit genog”.


Illustratie: Marc Weikamp 

8 keer 8erhoeks met Rick Groters

Favoriete plek in de Achterhoek:
“Scoutinggebouw ‘de Roothaanhoeve’ in de Koekendaal in Doetinchem. Het is het gebouw, de plek en het bos eromheen.”

Mooiste bedrijf/organisatie in de Achterhoek:
“De Dag van de Achterhoekse Popmuziek ontdekte ik als bezoeker. Zij leggen verbinding tussen plekken en muzikanten in de Achterhoek, dat vond ik wonderbaarlijk uitgevoerd. Ik kwam op geen één plek waar ik al eens eerder was geweest en kwam met muziek in aanraking die ik nooit eerder hoorde.”

Mooiste gebouw in de Achterhoek:
“Hotel Villa Ruimzicht in Doetinchem. Ik zat zelf op het Rietveld Lyceum en de eerste twee jaar was Ruimzicht onderdeel van mijn school en had ik daar les. Ik ken het dus in oude glorie. Nu het opgeknapt is zie je hoe ze zaken in ere hielden of terugbrachten en dat is gewoon heel mooi; niet weglopen voor de geschiedenis, maar ‘m omarmen en daarmee de toekomst ingaan.”

Meest inspirerende Achterhoeker:
“Hans Keuper, hij was docent en leidt nu een tweede leven als artiest. Dat inspireert mij wel, misschien ga ik die route andersom uitvoeren. Van kunstenaar/vormgever ooit het onderwijs in. Je moet alles uit je leven te halen.”

Favoriete Achterhoekse artiest/kunstenaar:
“Een jongedame uit Doesburg, Rosalie de Graaf. Ze noemt zich ‘RoosArt’ en maakt graffiti en street-art, ik kom haar werk op veel plekken tegen. Op die leeftijd zulke mooie dingen maken en daarmee de wereld overgaan. Ik vind haar stijl mooi, maar ook dat zij de zichtbaarheid op zo’n jonge leeftijd al heeft gevonden.”

Lekkerste Achterhoekse gerecht/drank:
“’Het Achterhoekertje’, het likeurtje met stoofpeertjessmaak uit de groene fles. Niemand in mijn omgeving vindt het te drinken; mijn broertje niet, mijn vriendin niet en mijn vrienden niet, maar ik vind ‘m heerlijk.”

Mooiste Achterhoekse lied:
“Deurdonderen van Normaal, dat heb ik nog geplaybackt op de basisschool. Het heeft een geweldig intro en een gitaar- en saxofoonsolo, bijna in de stijl van de E-streetband maar dan op zijn Achterhoeks. Toch denk ik ook dat mijn favoriete Achterhoekse nummer nog niet bestaat en dat ‘de Boetners’ dat met een aantal jaar gaan maken.

Mooiste Achterhoekse uitdrukking:
“Mijn favoriete Achterhoekse zin komt uit het lied Beernd van Kuperi-j van Boh Foi Toch: ‘De kieften reert hoog an de loch’, het is qua klank mooi en qua beeld. Het lentegevoel en het optimisme zitten erin.”


Rick Groters. Foto: Ilse Bekker

Bent u of kent u een goede kandidaat voor deze rubriek? Meld dit dan bij redactie@achterhoeknieuws.nl 

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant