Afbeelding

Onlandse tijdingen | Het niet aflatende verlangen naar boeken

Onlandse tijdingen

Boekenmarkten.
Je hebt ze in soorten en maten.

Maar geen is er zo groot als die in Deventer.
Al die kramen. Al die verlaten boeken.

Voor een liefhebber is het als een drijven op zee.
Boeken, boeken en nog eens boeken.
Deze markteditie was kleiner dan anders.

De kramen slingerden langs de IJssel en stonden in drie rijen opgesteld naast de kerk.
Het waren er nog ruim vijfhonderd.
Het was zaak vroeg te komen als je niet in een mensenmenigte wilde verdwijnen.
Ik arriveerde tegen negenen.

Dat was eigenlijk al aan de late kant; ik vermoed dat er mensen zijn die al om zeven uur rondlopen tussen de handelaren die hun kramen opbouwen.
Vanaf het station wijzen borden bezoekers de weg.
Ik bevond me in een stroom van meest oudere mannen met rugzakken, shoppers en rolkoffers. Mannen met een missie.

Een sleepte een zelfgeknutseld krat op wielen achter zich aan.
Hij liep moeilijk, maar dat kon hem niet weerhouden.
Ik droeg zelf een rugzak en liep nog goed.
Vrouwen waren op dit uur in de minderheid.
Voor echt fanatisme - of moet ik zeggen fetisjisme? - moet je hier bij de mannen zijn.
Wat maakt boeken zo begeerlijk? Juist in digitale tijden?

Ik zou dat niet zo precies kunnen beantwoorden.
Boeken voldoen aan zoveel uiteenlopende verlangens.

Om hun bijzonderheid, een editie, hun zeldzaamheid, hun vormgeving, hun onderwerp. Je hebt handelaren, je hebt verzamelaars, je hebt liefhebbers van koloniale literatuur uit het negentiende eeuw, van atlassen, van jaarboeken van notariële verenigingen, van knipselmappen van alle Tamars uit Vrij Nederland (die zag ik echt), van Engelse boeken over de jacht en ga zo maar door.
Je hebt er die gewoon een paar goedkope thrillers willen voor hun vakantie.
Oude ansichten, posters van B-films, stripalbums, Penguins met hun oranje ruggen - vier euro per stuk, die waren er ook allemaal.
En ofschoon ik een gidsje van de markt had aangeschaft, met daarin opgenomen alle kramen en hun specialiteiten, voelde ik me verloren tussen zoveel aanbod.
Kenners met hele specifieke belangstellingen weten meteen waar ze op af moeten gaan, ze kennen de handelaren en hun waar, maar eigenlijk ben ik op de Deventer boekenmarkt vooral vanwege het esthetische genoegen.

Wat is deze stad toch prachtig, zoals ze daar staat rondom die voortschuifelende, roezemoezende mensen.
De machtige kerk, de voorname oude huizen met hun gebeeldhouwde façaden, de IJssel, heel laag in zijn bed.

Schaduwrijke terrassen, schilderachtige straatjes onder zwevende parasols.
Deventer is een juwelenkist.

De zon scheen flink op deze editie van de markt, de hitte moest nog aan komen golven later in de week.
De markt baadde in het licht, ijs van Talamini bracht koelte.
Ik stond bij een kraam, de handelaar stond met haar rug tegen de kerk aan.
Een dun boekje in mijn handen. Australian wildflowers.

Een uitgave uit 1934, met gekleurde platen.
Ik aarzelde, maar kocht iets anders. Ik kocht een prachtige uitgave van de ‘Atlas der abgelegenen Inseln’ van schrijfster Judith Schalansky. Harde kaft.
Over vijftig eilanden waar ze nooit was en nooit zou komen.
Meer dan vijfhonderd kramen en 1 boek voor de rugtas.
Over nooit geziene eilanden.

Ik kon vertrekken voor de drukte over de kramen spoelde.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant