Afbeelding

Onlandse tijdingen | Een lezer en een denker

Opinie

Goed, deze tijding gaat over voetbal, dus zal menigeen afhaken en het gaat zelfs niet over Achterhoeks voetbal, maar over, ja over wat? Een blik over de grens.
Ik heb hier wel eens betreurd dat in deze regio nauwelijks nog buitenlandse kranten worden aangeboden, terwijl toch een groot, mooi krantenland om de hoek ligt. Sinds kort kun je in sommige kiosken - op dinsdagen - de zaterdageditie van The Financial Times krijgen en ook het nagekomen Duitse weekblad Die Zeit, maar dat is het dan ook.
Ik lees buitenlandse kranten graag omdat ze de blik op de wereld vergroten, tot ver over de stuwwallen van Montferland.

Zo bood The Financial Times onlangs een beschouwing aan over de nieuwste woontoren van New York, op 111W 57th, dus aan de zuidrand van het Central Park. De toren is ook ‘s werelds dunste - met een grondoppervlak van maar twintig bij twintig rijst hij als een lang potlood 435 meter de hoogte in; hij zou hier in Zutphen met gemak op de parkeerplaats van de St Jan kunnen worden neergezet. De toren met 85 verdiepingen biedt plaats aan maar 56 appartementen - ik zal U de prijzen besparen.
Er kunnen alleen miljardairs wonen. Die kopen weliswaar zulke appartementen, maar wonen doen ze er zelden, zodat de hele straat - waar intussen meer van deze potloden zijn verschenen - is uitgestorven, op de portiers na.

Over zulke zaken lees ik graag, misschien juist om de irrelevantie voor mijn eigen behuizing - een zolder onder middeleeuws gebinte.
Maar ik zou het over voetbal hebben.

In The New York Times verscheen vorige week op een lang stuk over Andrea Pirlo. Pirlo, de sierlijke middenvelder van Juventus en Italië, een decennium geleden. Hij moet ook diep in de Achterhoek bekend zijn. Ik weet niet zo goed waarom de krant een artikel aan hem wijdde: Pirlo heeft zich uit de voetballerij teruggetrokken - hij was na zijn carrière nog kort coach van Juventus. Hij zou best nog eens als coach terugkeren, liet Pirlo weten, maar nu beperkte hij zich tot het observeren van wedstrijden. Kortom: hij dacht na.
Zo herinner ik mij zijn voetbalbestaan: als een denker. Tijdloos elegant kon hij de bal op het middenveld stilleggen, draaien en met ragfijne passes strooien, het spel sturend. En altijd in stijl. Hij leek zich niet bovenmatig te hoeven inspannen, maar dat kon alleen omdat hij het spel zo goed las. Een lezer en een denker.

In The New York Times vertelde hij graag naar Frenkie de Jong te kijken, naar Sergio Busquets, naar Marco Verratti, naar Jorginho. De verslaggever noteert dat die allemaal ‘sporenelementen’ van Pirlo hebben. Maar Frenkie is te ijverig, Busquets te defensief, Verratti te chaotisch, Jorginho te druk.
Zijn brille demonstreerde Pirlo in 2012, in de landenwedstrijd tegen Engeland, toen penalties de wedstrijd moesten beslissen. Ik wijdde er destijds een lyrisch verslag in dagblad Trouw aan. Het was een fluwelig uitgevoerde ‘Panenka’, een lome stift door het midden, terwijl de clowneske Engelse keeper als een kever op zijn rug in de hoek belandde. Ik zou altijd wel over Pirlo willen lezen.

Wim Boevink

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant