Afbeelding

Onlandse tijdingen | De verloren ziel van Mariënvelde

Opinie

Voor het eerst in mijn leven was ik in Mariënvelde. Het is niet ver van Zieuwent, waar ik twee weken geleden voor het eerst van mijn leven was.
Mariënvelde heette vroeger Achter-Zieuwent. Achter-Zieuwent was een buurtschap van Zieuwent. Het ging pas Mariënvelde heten nadat er begin jaren dertig van de vorige eeuw een kerk was gebouwd.

De boeren in de omgeving wilden die kerk graag omdat ze telkens zo ver moesten lopen naar de kerk in Zieuwent, de Werenfridus.
De kerk, gewijd aan ‘Onze Lieve Vrouw van Lourdes’, was er eerder dan het dorp. De pastoor stelde voor het buurtschap een naam te geven die paste bij de kerk. Mariënvelde dus. Officieel bestaat het sinds 1951. Een bloeiende gemeenschap. Het uit eigen middelen gefinancierde dorpshuis werd in 2018 gekozen tot beste dorpshuis van het land.
Maar ik wist van dit alles helemaal niets toen ik er onlangs voor het eerst van mijn leven was. We - mijn buurvrouw (mijn vaste gids) en ik - waren op doorreis naar Bredevoort, het boekenstadje waar ik later die dag voor het eerst van mijn leven was, maar daarover later meer.
We reden aan de kerk voorbij, de bijzondere toren viel me op, toen ik een bordje zag dat naar oorlogsgraven verwees.
Ik wilde die graven zien - de meidagen waren op komst.

Het bleek te gaan om vijf Britse jongens van de Royal Air Force van wie er vier in september 1940 met hun toestel waren neergestort of neergeschoten. Hun witte van Portlandsteen gebouwen grafstenen stonden smetteloos in een hoek van het kerkhof. Een oudere heer kwam aangelopen om wat voorbereidingen te treffen voor de dodenherdenking. Hij was een van de vrijwilligers die het kerkhof onderhielden.
Hij beheerde ook de kerk: die stond te koop. Een volkomen gaaf gebouw in expressionistische stijl: vraagprijs vier ton. Eens in de maand werd er nog een mis opgedragen - een karige voorziening die de kleine gemeenschap (er wonen ruim achthonderd zielen in het dorp) telkens bijna duizend euro kostte.

Er leek tegen het grote verdwijnen (het bisdom sluit meerdere kerken in de Achterhoek) niets bestand.
Hij liet ons de kerk zien. Koud was het er, en levenloos. Maar wat een schitterend gebouw. De veelkleurige tegelvloer, de glanzende kerkbanken, de fraai gemetselde bogen boven de zijpaden, het licht door de gebrandschilderde glas-in-lood ramen en de prachtige muurschilderingen en kruiswegstaties die de Duitse kunstenaar Karl Wenzel begin jaren dertig aanbracht: wat een detail-liefde school in dit godshuis en met hoeveel aandacht was het onderhouden. Een meesterwerk met ornamentiek van de Amsterdamse School, ontworpen door de onbekend gebleven architect G.A.P. de Kort.

Ik wierp nog een blik in de sacristie. De liturgische gewaden en kazuifels hingen keurig op een rij, een gaskachel in de hoek, oude stoppenkasten aan de wand, naast een kluis voor de kelken, een hardstenen wijwatervat.
Vier ton.
Maar geen bestemming. Tien dorpsbewoners poogden gezamenlijk het geld bijeen te brengen. Maar wat te doen met het gebouw? De kerk is een rijksmonument. Maar bovenal leek het me de ziel van het dorp. Zonder kerk is Mariënvelde terug bij wat het ooit was: Achter-Zieuwent.

Wim Boevink

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant