Illustratie: Marc Weikamp
Illustratie: Marc Weikamp

Boeren, burgers en buitenlui | Maurits zegt woorden die je wel verstaat, maar niet kunt spellen

XInterviews & Achtergrond

ACHTERHOEK - In Boeren, Burgers en Buitenlui spreken we met inheems, import en idealist over hoe het leven in de Achterhoek is. We evalueren en fantaseren en Marc Weikamp zal illustreren, omdat de regio er is om te eren. Deze week een gesprek met Maurits Steverink. Hem rechtdoen in een omschrijving is lastig, we kunnen het beste zeggen dat ie nogal veel aan het ‘oazen’ is. Wat zoveel betekent als ‘met mooie dingen bezig zijn’. Hij laat onder andere passievol zien hoe groot het belang van lokaal geproduceerd voedsel voor de regio is. “Ik ben een Kroezenhoeker, dan een Achterhoeker en daarna pas een Europeaan. Dat is de volgorde.”

Door Eva Schuurman

Onder andere als eigenaar van ‘True Food Projects’, trekker van ‘Platform Achterhoek Food’ en oprichter van ‘Kenniscentrum Nelles’ brengt Maurits Steverink met zijn grote kennis van internationale voedselketens wetenschap en praktijk bij elkaar. Echter, wanneer je hem vraagt naar wie hij is dan taalt hij daar niet naar: “Gewoon Maurits”, zegt ie dan, “van Nelles, uit de Kroezenhoek. Daar waar ik geboren en getogen ben.” Want hij groeide op in een gezin met zeven kinderen en huisde samen met ouders en opa op de boerderij die hij inmiddels zelf bewoont. “De buurvrouw zei weleens: dat kan alleen maar bij Steverink”, waarmee ze doelde op de vrije opvoeding waarin de kinderen zelf mochten ontdekken en ondergaan. Waarin er grenzen in beeld waren, maar je kon vallen en weer opstaan. “We scheurden op een brommer door de wei, je stuiterde weleens en dan ging je weer door.”

Het ondernemen is Maurits met de paplepel ingegoten: “Toen mijn ouders vijftig waren starten ze nog een heel nieuw bedrijf op.” Van zijn moeder leerde hij niet zomaar te doen wat anderen doen. “Het was een eigenwijze en ondernemende vrouw. Je moet je hersentjes gebruiken, vond ze, en als je denkt dat het anders zit moet je daarnaar handelen.” Het is mooi je te bedenken dat de vrouw die een gemengd boerenbedrijf bestierde allerminst een kuddedier was.

‘Als je samen bent met een potje bier, wordt het allemaal zo overzichtelijk’

Ook elders ervoer Maurits zijn eigen koers te moeten varen, bijvoorbeeld toen hij in Dordrecht studeerde en ze hem daar met zijn accent confronteerden. Toen men niet naar de inhoud van zijn woorden luisterde, maar naar de klank ervan. “Je praat plat en zo kun je je het beste uitdrukken.” Tijdens zijn stage in Nieuw-Zeeland bevestigde de taal aldaar waarom het zo van belang is te spreken zoals je bent. “Ik kreeg altijd 10% niet mee, vreemde woordjes en historie ontgingen me.” Het deed hem verlangen naar waar hij vandaan komt, naar vrienden die hij vanaf de kleuterschool kent en met wie hij Normaal grijs draaide. Vrienden die Achterhoekers zijn. “Het zijn geen branieschoppers, ze zijn eigenwijs maar ook trouw.” En ze zeggen het je als je je onterecht manifesteert. Dan zijn er altijd wel handen die je uit de lucht plukken en weer met twee benen aan de grond zetten. “Als je samen bent met een potje bier, wordt het allemaal zo overzichtelijk.”

Want het is helder geruststellend in een buurt te wonen waar je van op aankunt. “Dat leunen op die ouwe gewoontes en elkaar wat gunnen.” Want wat begint met ouwehoeren over de kermis op een meiboomfeest resulteert in een levendige buurtschap ‘de Kroezenhoek’ en het feit dat ruim zestig huishoudens mengen en elkaar steunen, dat ze op de hoogte zijn zonder vooroordelen. “We zijn allemaal mensen die een gebruiksaanwijzing hebben, al zeg ik altijd de enige normale te zijn, haha. Maar als je daar doorheen kunt kijken, door de rariteiten, dan zie je hoe mooi het is met elkaar en hoe je elkaar helpt en ondersteunt.”

Steverink vertelt over wijlen zijn vrouw Corinne, ze ontmoetten elkaar op camping Marveld. “We bouwden er een muur van 48 kratten bier, daar was je dan heel trots op, haha.” Over het ziekteproces van zijn vrouw zegt ie: “Daarvan leer je dat je gewoon een beetje lief moet zijn voor elkaar, wat kun je mekaar toch een hoop toestanden aandoen.” Maurits praat zonder weemoed en met warmte in zijn hart. Met Corinne verbouwde hij de boerderij uit zijn jeugd. “Ze zei altijd dat dingen mooi moeten voelen.” Dus zochten ze net zolang tot dat het geval was, al bleek de uitkomst van die tocht soms ook dichterbij dan gedacht. “Het fornuis, aanrecht, de stamtafel en de stoelen komen van Dini van ‘de Lovink’.” Ze was een weduwe die na het verlies van haar man hun kroeg dapper doorzette. “Tijdens carnaval was het onze huiskamer, dan zaten we er met 150 man aan haar buffet met moes, ribbekes en handgedraaide gehaktballen.” In een kroeg die stilstond in de tijd. Met die herinnering voor altijd onder zijn eigen dak voelt Steverink zich een geluksvogel.

In alles hoor je dat hij hier thuis is; hij zegt woorden die je niet spellen kunt, maar wel verstaan en plakt er vaak een bulderlach achteraan. “Ze moeten me serieus komen halen, ik ga hier nooit meer weg.” Zegt de ras-Achterhoeker. Al heeft ie met zijn Corinne veel gereisd. “Ze werkte op een reisbureau en zocht alles zelf uit. Reizen was echt haar ding, waarom ik het nu nog zou moeten doen heb ik nog niet kunnen verzinnen.” Dus toog hij afgelopen zomer dagjes naar Bredevoort, Winterswijk en Lochem want daar was nog zoveel te zien dat hij nooit eerder fatsoenlijk had beleefd. “En als ik op ons erf loop weet ik: Dit kun je toch nergens boeken.” Dus hoeft Maurits niet te zoeken. “Gaaf”, zegt ie vaak over de dingen die hem bijblijven. En dat is meteen het beste woord om dit gesprek mee te omschrijven.


Illustratie: Marc Weikamp 

8 keer 8erhoeks met Maurits Steverink

Favoriete plek in de Achterhoek:
“De Bekkerwal. Een oude beek in de Silvoldse ‘Slaege’ die nog niet rechtgetrokken is. De bomen staan nog op de wal; de peppels en de elzen en de eiken, die kronkelden ook wat. Zo’n mooi en puur oud stukje. Als we er in de zomer visten dan kon je er een paling met de jas uitvissen.”

Mooiste bedrijf/organisatie in de Achterhoek:
“Wijngoed Montferland van wijnboer Leon Masselink. Hij ging van varkensboer naar wijnboer en doet niet met de coöperatie van wijnboeren mee; je eigen gang gaan en kwaliteit maken. Ik nam zijn wijnen mee naar ‘Slow Food Münster’. In de auto hebben we er nog de stickers van de wedstrijd die hij net had gewonnen op geplakt. “Weißwein aus Holland das gibt ja nicht?”, zeiden ze daar, en daarna zag je de ogen in de kassen tollen. Het was gewoon lekkere wijn! Wat een stoer momentje; dit kunnen wij dus gewoon.”

Mooiste gebouw in de Achterhoek: 
“Nelles, ik woon in het mooiste gebouw van de Achterhoek. Al zei een vriendin van Corinne eens dat het geen woning, maar een plek is. Dat klopt, en zeker met hoe we het verbouwd hebben.”

Meest inspirerende Achterhoeker: 
“Meester Heuvel schreef in ‘Oud-Achterhoeksch Boerenleven’ (1927) in dialect over het boerenleven van 1 januari tot 31 december. Mijn ouders waren van voor de oorlog, je herkent het en hebt beeld. Hij schrijft liefdevol over de natuur en de gewoontes, over hoe je met elkaar omgaat, hoe ze aten en leefden. Dat vond ik een mooie gave beschrijving van wie zijn wij als Achterhoeker.”

Favoriete Achterhoekse artiest/kunstenaar:
“Wimken van Diene, de bassist van Normaal. Een stille Willie die je niet moet onderschatten in hoe puur hij is en wat hij allemaal weet. Hij is de stabiele factor van Normaal, een echte en gave gast. Dat heeft Hans Keuper ook. Die is zo zichzelf en kiest radicaal consequent voor zijn eigen taal, dat vind ik knap.”

Lekkerste Achterhoekse gerecht/drank:
“Dat vraag je aan een food liefhebber! Wat we hier aan kaasjes maken.. Dan hoef je totaal niet meer naar Frankrijk. ‘Zwaluwgekwetter’ van Ekoboerderij Arink, een smaakvolle camembert. Drink daar de rode wijn van Leon bij en dan ben ik een avond onder de pannen.”

Mooiste Achterhoekse lied:
“Hans Keuper schreef en zong ‘t Mooiste wied weg. Als je dichtbij kijkt is alles toch waardevoller. Gaaf.”

Mooiste Achterhoekse uitdrukking: 
“Die is van mijn vader; als hij hier alleen zat op een zaterdagochtend en mijn moeder nog in bed lag, dan vertelde hij over wat er niet goed ging met moeders. “Die mo’j liek in de schoenen traeijen”, zei hij dan. Daar bedoelde hij mee dat ze doet wat zij wil en als je niet meedoet, dan heb je er last van.

Bent u of kent u een goede kandidaat voor deze rubriek? Meld dit dan bij redactie@achterhoeknieuws.nl

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant