Mark Assink, Michel Klein Wassink en Wietse van den Berg (v.l.n.r.) volop in actie om de melkbussen te laten knallen. Foto: Jan Hendriksen

Mark Assink, Michel Klein Wassink en Wietse van den Berg (v.l.n.r.) volop in actie om de melkbussen te laten knallen. Foto: Jan Hendriksen

Volop carbidschieters in buitengebied van Ruurlo

Algemeen

Ingenieus computerprogramma laat melkbussen knallen

Door Jan Hendriksen

RUURLO - De verkoop en het afsteken van vuurwerk was voor de jaarwisseling 2021-2022 wederom verboden vanwege de coronasituatie. Dit om extra druk op de al zwaar belaste zorg en op de handhaving van de openbare orde te voorkomen. Maar daar was weinig van te merken. Ook in Ruurlo was in de laatste uren van 2021 en de eerste van 2022 volop prachtig vuurwerk te zien. En er werd op oudjaarsdag natuurlijk volop carbidgeschoten om het oude jaar uit te luiden.

Carbid is geen vuurwerk en viel dus niet onder het geldende vuurwerkverbod. Vrijwel overal in Nederland was het toegestaan, ook in Berkelland. Wel moesten carbidschieters vooraf bij de gemeente melden dat ze wilden gaan knallen. Er kwamen in Berkelland 117 aanmeldingen binnen. Zij mochten alleen tussen 10 en 18 uur hun gang gaan. Buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) van de gemeente Berkelland namen vrijdag een kijkje in het uitgestrekte buitengebied van de gemeente om vooral sociaal te handhaven.
In Ruurlo behoorden Michel klein Wassink, Wietse van den Berg en Mark Assink tot de carbidschieters. Voor deze traditie treffen de drie vrienden van inmiddels midden dertig elkaar al ruim twintig jaar bij de uit 1888 daterende (woon)boerderij Kleine Wiersse aan de gelijknamige zandweg op de gemeentegrens van Berkelland en Bronckhorst. Het is het geboortehuis van Klein Wassink. De mannen hielden zich keurig aan de regels. Zo werd er gebruik gemaakt van (melk)bussen met een maximale inhoud van veertig liter en werden de bussen afgesloten met een plastic bal.

Acetyleen
Carbid is een verbinding van koolstof en calcium. Carbidschieters stoppen een brok van dat spul in een (melk)bus, maken het nat en sluiten de bus af. Het zeer ontplofbare gas acetyleen dat vervolgens in een chemische reactie ontstaat wordt via een klein gaatje in de melkbus aangestoken. En dat geeft een flinke explosie. Tot grote tevredenheid van Klein Wassink, Van den Berg en Assink die op zeer professionele wijze de melkbussen tot ontploffing brachten, middels een ingenieus uitgedacht computersysteem. “Ik heb speciaal voor deze gelegenheid een computerprogramma geschreven zodat we de bussen voor het eerst op veilige afstand met een druk op de telefoon laten knallen”, liet Klein Wassink weten terwijl de spareribs op het vuur werden gegaard. Zo kon Klein Wassink de melkbussen die ooit de weg naar de coöperatieve zuivelfabrieken De Volharding in Ruurlo en De Wiersse in Vorden vonden individueel, met z’n tweeën maar ook alle vier tegelijk laten knallen. En bij die laatste mogelijkheid was het raadzaam om de vingers in de oren te steken om gehoorschade te voorkomen.

Sociaal
Hoe oud de traditie van het carbidschieten precies is, is moeilijk te zeggen en ook het drietal weet het niet. Allerlei knalfeesten rond de jaarwisseling hebben een respectabele geschiedenis. Het schieten met carbid kwam waarschijnlijk met name na de Tweede Wereldoorlog in zwang. Dat spul werd tijdens die periode gebruikt voor fietsverlichting. En op het platteland was het eenvoudig om aan melkbussen en carbid te komen.
In de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog werd veelal individueel geschoten. Medio jaren zeventig groeide het carbidschieten uit tot een meer sociale activiteit. Mannen en vriendengroepen verenigden zich en gingen de competitie met elkaar aan om de deksel van de melkbus zo ver mogelijk weg te schieten.
Wietse van den Berg: “We hebben in de eerste jaren ook met melkbussen met een deksel geschoten. Maar dat was niet praktisch. We moesten vooral als de grond door de vorst hard bevroren was de deksels telkens fatsoeneren omdat ze beschadigd raakten en niet meer goed op de bussen pasten. Nu staan de melkbussen rechtop en schieten we met ballen. En dat is wel net zo praktisch en veiliger.”

Erfgoedlijst
Carbidschieten staat inmiddels al enkele jaren op de lijst van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE). De zogenoemde Nationale Inventaris van Immaterieel Erfgoed in Nederland moest gemaakt worden omdat ons land een conventie van de VN-organisatie Unesco heeft ondertekend. In die conventie beloven landen hun erfgoed te inventariseren, te documenteren en te laten gedijen. Op de nationale erfgoedlijst staan typisch Nederlandse tradities die nog steeds in leven zijn, zoals de bloemencorso’s die nog pas recent officieel aan de erfgoedlijst werden toegevoegd.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant