Vaartochtje met de ‘Jappe’. Foto: Rob Weeber

Vaartochtje met de ‘Jappe’. Foto: Rob Weeber

Terugkijken op de bouw van Berkelzomp de ‘Jappe’

Algemeen

Voormalige bouwers en bestuursleden Berkelschippers Borculo bijeen

BORCULO - Na het verdwijnen van de beroepsvaart op de Berkel, zo’n honderd jaar geleden, bleef het lang stil op het water. De zomp, het platte vrachtschip, was een stille dood gestorven en niemand leek daar rouwig om. Tot op de Veluwe wijlen Gerrit Schutten op een museumzolder een houten boot ontdekte. Dat was het begin van het boek ‘Varen waar geen water was’. Schutten werd een nauwgezet kenner van historische houten vaartuigen. Dat feit leidde tot de bouw van de Enterse zomp die later de Borculose gemeenschap enthousiast zou maken.

Dinsdagmiddag kwam in de Zompenloods, het bootshuis van de ‘Jappe’, een select gezelschap bijeen. Het bestuur van de Berkelschippers Borculo ontving oud-bouwers en bestuursleden die naast een vaartochtje werden verrast met een lezing van oud-bestuurder en oprichter van de Stichting Berkelzomp Thomas Lijfering. Hij doorliep in zijn verhaal de periode 1986-1993, de jaren waarin zowel de zomp als de Zompenloods werden gebouwd en de infrastructuur in Borculo werd aangepakt. De eerste contacten met de politiek waren niet hoopvol, aldus Lijfering. Er was weinig draagvlak voor de bouw van een zomp. Toch wist men leden van het gemeentebestuur, onder aanvoering van burgemeester Alma, over te halen om eens in Enter te gaan kijken.

Zelf bouwen
De zomp in Enter had zo’n 100.000 gulden gekost maar voor Borculo kwam men op meer dan 150.000 gulden uit. De conclusie was toen: ‘dan maar zelf bouwen’. In 1987 werd de Stichting ‘De Berkelzomp’ opgericht door vrijwilligers, met als doel de bouw en exploitatie van een Berkelzomp. Met steun van alle gemeenten langs de Berkel, het Waterschap, de provincie, Europese subsidie, fondsengelden, giften uit bedrijfsleven en donaties van burgers werd de zomp op 27 april 1989 te water gelaten door de toenmalige Commissaris van de Koningin van Gelderland De Bruyne. Negen vrijwilligers in samenwerking met docenten Blom en Wolkorte van de Technische School in Borculo waren aan de hand van de tekeningen van Gerrit Schutten twee jaar bezig geweest met de bouw van de zomp in originele uitvoering.

Triplex
Aan het woord kwam ook Jan Hovenkamp, een van de bouwers. Hij was destijds hoofd Technische Dienst van het waterschap en een verwoed zeiler. Zijn vader was dorpsaannemer, zodat hij al vroeg werd ingewijd in dat vak. Hij heeft mooie herinneringen aan de bouw van de zomp. “De eerste gedachte van Borculo was een schip van triplex, maar oorspronkelijk werden de boten uit robuust eikenhout gebouwd, dus dat moest weer gebeuren. Gelukkig konden we bij Nijenhuis in Groenlo een goede partij eikenhout kopen.”
Voor de bouwlocatie bood de Weiproduktenfabriek uitkomst. Dat bedrijf had een tijdelijk leegstaande loods waar ze terecht konden. De bouw was precisiewerk, want het schip moest een exacte kopie van vroeger worden. “Een van de moeilijkste onderdelen waren de spanten. Vroeger werd kromgegroeid hout gebruikt, maar dat was er niet meer. Dus bedachten we dat we ze moesten verlijmen. Dat was een heel karwei, waar gelukkig de Technische School uitkomst bood. Daarna werden de planken krom gestoomd met behulp van een behangafstomer, een idee van Jan Bosma.”
Het eerste feestje werd gevierd toen de kiel gelegd was, ook al had een platbodem die eigenlijk niet. De oplossing werd gevonden door voor- en achtersteven aan de spanten vast te spijkeren. “Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet zoveel geloof had in een afgebouwde zomp”, kijkt Hovenkamp terug. “Wat moet je met zo’n schip? vroeg ik me af. Achteraf had ik ongelijk. De zomp heeft zich bewezen en vele betrokken schippers hebben zich er hard voor ingezet. Ik ben echt onder de indruk van al die ontwikkelingen.”

Sponsor
De laatste spreker, ex-directeur van de Weiproduktenfabriek Jan Ybema, kende Schutten persoonlijk. Hij omschreef hem als kritisch als het ging om de bouw van de zomp. Het was een zeer getalenteerd man die helaas in 2019 door een fietsongeluk om het leven kwam. Ook kende Ybema Jan Bosma met wie hij destijds veel over (de financiering van) de bouw van de zomp gepraat. Hij haalde een mooie anekdote aan en ontkrachtte daarmee het verhaal dat hij persoonlijk een gift had gedaan. “Men had bij de bouw in 1987 het tij mee”, vertelde Ybemaj. “De Weiproduktenfabriek bestond 25 jaar en naast de bouw van de Berkelzomp waren er ook plannen voor een nieuw muziekgebouw voor Volharding. Dat waren in mijn ogen twee mooie aanwinsten voor de lokale gemeenschap en dus pleitte ik bij het bestuur van de fabriek voor een royale gift voor beide projecten.”
Tenslotte werd een film getoond van wijlen Ben Trachter die de bouw en de tewaterlating van de zomp vastlegde. De naam ‘Jappe’ is afgeleid van de naam van een van de laatste Berkelschippers. Met behulp van de provincie werden vanaf 2004 nog drie Berkelzompen in de vaart genomen, de ‘Snippe’ in Eibergen, de “Ente’ in Lochem en de ‘Fute’ in Almen. Ieder schip kent zo’n 20 tot 25 vrijwilligers, schippers die per seizoen meer dan 200 keer uitvaren.

Bouwer Jan Hovenkamp van de ‘Jappe’. Foto: Rob Weeber

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant