Bisschop Radboud, die in het Latijn over de zwaluw dichtte, op een muurschildering in de voormalige Broerenkerk in Zwolle, waarin nu boekhandel Waanders is gevestigd. Foto: Dries van den Akker s.j.
Bisschop Radboud, die in het Latijn over de zwaluw dichtte, op een muurschildering in de voormalige Broerenkerk in Zwolle, waarin nu boekhandel Waanders is gevestigd. Foto: Dries van den Akker s.j.

Oudste Nederlandse gedicht raakt poëziefestijn Gelselaar

Algemeen

GELSELAAR - De keuze voor het thema ‘zwaluw’ verbindt achteraf het populaire poëziefestijn in Gelselaar met het oudste Nederlandse gedicht. Dat is het in het Latijn geschreven Over de zwaluw van Radboud van Utrecht, die nauw met Oost-Nederland is verbonden. Deze recente ontdekking wordt zeker nog belicht, ook op het slotfeest van de poëziewedstrijden (Nederlands en streektaal), waarbij naast poëzie ook kunst ruim aandacht krijgt. Dit evenement heeft plaats tijdens de Appeldag op zaterdag 9 oktober (zie informatieblog: www.appeldag.blogspot.com).

Veel poëzieliefhebbers weten dat vogels al heel vroeg doordrongen in de Nederlandse poëzie. Hebban olla vogala, kennen ze als de oudste Nederlandstalige dichtregel. “Het mogen dan de oudste dichtregels in de Nederlandse taal zijn, het is niet het oudste Nederlandse gedicht”, onthulde René Veenman in jaargang 2005 van Madoc, tijdschrift over de Middeleeuwen.

In het Latijn
Een kleine speurtocht naar zwaluwen in de poëzie bracht via internet het artikel van Veenman in beeld. “Al veel eerder werden er in Nederland gedichten geschreven”, schreef hij, “maar dan in het Latijn, de gangbare taal voor wetenschap en literatuur in de Middeleeuwen. Die Latijnse poëzie is veel minder bekend. Zo komt het dat het gedicht Over de zwaluw van Radboud van Utrecht alleen bekend is bij enkele geleerden die zich met het middeleeuws Latijn bezighouden, terwijl het zeer goede papieren heeft om als het oudste Nederlandse gedicht te mogen worden bestempeld.”

Vertaald luiden de eerste twee regels van Radbouds gedicht: Ik heb een lichaam met een zeer geschikte vorm, waarmee ik voor geen mens op aard tot last kan zijn.

Deventer, Ootmarsum, Nijmegen en Zwolle
Tot de Duitse historicus Ernst Ludwig Dümmler in 1876 in een Duits tijdschrift publiceerde over het gedicht De hirundine (Over de zwaluw) was het onbekend. Het 44 regels tellende gedicht was aangetroffen in een Vaticaanse bibliotheek. In het kleine oeuvre van Radboud neemt Over de zwaluw een unieke plaats in, omdat het als enige niet aan een kerkelijk of religieus onderwerp is gewijd.

Radboud werd omstreeks het midden van de 9de eeuw in de buurt van Namen geboren uit een aanzienlijke Frankische familie. Toen in 899 bisschop Odilbold I van Utrecht overleed, volgde Radboud hem op. Hij resideerde echter niet in Utrecht, dat door de Vikingen was verwoest, maar in Deventer. Hij overleed in Ootmarsum op 29 november 917 en werd begraven in Deventer. De bisschop heeft zelfs na zijn dood nog naam gemaakt. In Nederland is Radboud de patroon van de katholieke wetenschapsbeoefening. De universiteit in Nijmegen is naar hem genoemd.

In de voormalige Broerenkerk in Zwolle (waarin thans boekhandel Waanders is gevestigd) bevindt zich een muurschildering van omstreeks 1525 met een afbeelding van Radboud.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant