Jeugdvoetbal Borculo en omgeving krijgt nieuwe impuls

BORCULO - Demografische veranderingen dwingen ook sportclubs tot een nieuwe kijk op de toekomst. Terugloop in (jeugd)leden zorgen al langer voor vraagtekens bij de samenstelling van de teams. Vooral bij de jeugd is het belangrijk dat voetballertjes met leeftijdsgenootjes en op gelijk niveau kunnen spellen. Daarom bedacht de KNVB verschillende vormen van samenwerking tussen diverse clubs. Een ervan is de zogenaamde SJO, de Samenwerking Jeugdopleiding, van meerdere clubs. Vier clubs in Borculo en omgeving hebben deze handschoen opgepakt.

Aan tafel zitten Erik Krabbenborg van GSV’63 uit Geesteren, Marcel Lankwarden van Sportclub Haarlo, Biense Klein Braskamp van EGVV uit Gelselaar en Peter Brugman van Reünie uit Borculo. Zij allen houden zich bezig met de jeugd binnen hun eigen club. “Onze inzet tot de vorming van een SJO is vrij uniek, zeker omdat het vijf clubs betreft,” licht Brugman toe. “Er is een klik onderling en we hebben dezelfde visie op de toekomst. Dat betekent dat je gezamenlijk snel beslissingen kunt nemen. Een ander voordeel is dat er nog geen ‘moeten’ is, waardoor er geen druk op staat.” De vijfde club die heeft aangegeven te willen aansluiten is VV Noordijk. Zij hebben al langer een samenwerkingsverband met Sportclub Haarlo.

Uut Noaberschap Ontstoan 2021
De vorming van de SJO is een samenwerking voor de jeugd en heft de reeds bestaande samenwerkingen onder de noemer ST, Samenwerkende Teams, op. In geval van een SJO wordt een nieuwe vereniging binnen de KNVB opgericht die echter zelf geen leden heeft. De jeugdspelers blijven lid van hun eigen vereniging, maar vallen organisatorisch onder de nieuwe SJO. De nieuwe vereniging krijgt wel een nieuwe naam en een nieuw tenue. Als naam is voorlopig gekozen UNO21, ‘Uut Noaberschap Ontstoan ‘21’. De nieuwe jeugdvereniging telt zo’n 250 leden. “Er moet nog veel gebeuren,” aldus Brugman. “De voorbereidende gesprekken zijn afgerond en de intentie tot een toekomstbestendige samenwerking is een feit. Maar het komende half jaar moeten alle praktische zaken worden ingevuld. Bijvoorbeeld is de speellocatie een belangrijk punt. De komende tijd moet uitwijzen hoe dit ingevuld wordt. Ook de teamvorming moet nog plaatsvinden. Tenslotte moet de KNVB formeel een collectieve dispensatie voor speelgerechtigdheid van de samenwerkende leden afgeven, maar daar zal het niet op stuklopen.”

Naar verwachting zal de SJO een dempende invloed op het aloude derbygevoel gaan krijgen, maar daar staan weer andere, positieve zaken tegenover. Kinderen kunnen met en tegen leeftijdsgenootjes spelen die van gelijk niveau zijn. Door het grote aantal jeugdspelers kan er ook makkelijker op talent geselecteerd worden. De verwachting is dus dat de SJO een opwaarts effect op het spelniveau heeft, niet alleen voor de selectieteams, maar zeker ook voor de overige teams. Ook het organisatorisch en bestuurlijk niveau binnen de verengingen zal verbeteren, zo is de verwachting. Kortom, de SJO biedt een uitstekend antwoord op de vraag hoe de toekomstbestendigheid van een club gewaarborgd kan worden. De start van de nieuwe SJO ligt aan het begin van het nieuwe seizoen 2021-2022.

Foto: Vier van de vijf partners in de nieuwe SJO Un021. (Vlnr) Biense Klein Braskamp (EGVV), Erik Krabbenborg (GSV’63), Marcel Lankwarden (Sportclub Haarlo) en Peter Brugman (Reünie). (Foto: Rob Weeber)