Jan Buter haalt veel inspiratie uit het werk van Herman Finkers.
Jan Buter haalt veel inspiratie uit het werk van Herman Finkers. "Hij weet diepgang te verpakken in humor. Foto: Betty Leerink

De inkt vloeit weer in huize Buter

Algemeen

ACHTERHOEK - Jan Buter (65) weet als geen ander hoeveel rijker je wordt door te luisteren naar en het optekenen van de verhalen die ieder mens wel te vertellen heeft. Dat doet de Needse schrijver al bijna zijn hele leven. Eerst als journalist, later ook als columnist en sinds kort als verteller van levensverhalen. Een gesprek over de kracht van het woord, nieuwsgierigheid, de waarde van streekcultuur en zijn inspiratiebronnen. "Schrijven is een ambacht, maar bovenal een gave."

Door Gerwin Nijkamp

Buter is de man die sinds vorig jaar columns schrijft voor deze krant onder het pseudoniem Zwaleman, de nom de plume die ook zijn vader Adriaan Buter gebruikte. Afgeleid van de 'hoesname' in Noordijk waar de roots van Buter deels liggen. Dit jaar blaast de Needse schrijver ook de rubriek Uut 't Wald weer nieuw leven in. Met deze informatieve verhaaltjes over woorden uit het Woordenboek van de Achterhoekse en Liemerse Dialecten (WALD) deed hij de streektaalliefhebbers onder de lezers van de Lochemse en Zutphense editie van dagblad de Stentor een groot plezier, nu hoopt hij zijn liefde voor het dialect en streekcultuur te delen met lezers uit de hele Achterhoek.

Writer's block
De spreekwoordelijke inkt vloeit weer in huize Buter, maar voor hij in 2016 weer begon met het schrijven van columns voor de veertien kranten van Achterhoek Nieuws had hij anderhalf jaar geen letter op papier gezet. Daar waar de woorden decennialang als vanzelf uit zijn pen stroomden, kampte Buter in 2014 met een writer's block, nadat hij de journalistiek voortijdig vaarwel zegde. Hij had geen behoefte meer om te schrijven. "De eerste keer dat ik de hulpdiensten voorbij hoorde gaan, had ik nog heel even de neiging om erachteraan te gaan, maar dat gevoel ebde al snel weg."

De oud-journalist kon zich niet meer vinden in de koers die er bij zijn werkgever werd gevaren en ook de ontwikkelingen in de journalistiek in het algemeen, ervoer hij allerminst als positief. "De objectiviteit kwam in het gedrang; feiten en opinie zijn teveel door elkaar gaan lopen." Ook vieren hypes en oppervlakkigheid volgens hem hoogtij bij de dagbladen anno 2018. "Gemeentebesturen worden nauwelijks meer gecontroleerd, tijd om ergens in te duiken is er nauwelijks meer." Hij was er helemaal klaar mee.

Tot er in de Berkellandse editie van Achterhoek een bericht stond met een oproep aan potentiële correspondenten zich bij de redactie te melden. Hij besloot, mede op advies van zijn vrouw, te bellen om eens te horen wat mogelijk was. Verslag doen van het nieuws zag Buter weliswaar niet meer zitten, maar naar het wekelijks schrijven van een column had hij wel oren. "Fijn om weer een deadline te hebben." Hij lacht: "Mijn omgeving vindt ook dat ik een prettiger persoon ben nu ik weer schrijf."

Beelden bouwen van woorden
Hoewel hij als Zwaleman zijn echte naam tot deze 'coming out' nog niet had prijsgegeven, herkenden velen de signatuur van Buter in de columns. Hij schrijft 'dicht op de mensen' en verwerkt graag zijn persoonlijke ervaring in de tekst. Ook de kunst van het beeldend schrijven verstaat hij goed, zijn verhalen ademen romantiek. "Ik probeer me altijd een beeld te vormen van hetgeen waarover ik schrijf en breng dat zo goed mogelijk over met woorden", legt Buter uit. "Van alles dat ik schrijf, wil ik iets bijzonders te maken, ik ga tot het gaatje. Dat deed ik als journalist ook al, zelfs bij politieberichten."

Opoe Van de Kerkhof
Het schrijven is Buter met de paplepel ingegoten. Vader Adriaan Buter (1918-2000) is een van de bekendste Twentse journalisten van de twintigste eeuw. "Op mijn zesde of zevende riep ik al dat ik ook journalist wilde worden en toen ik tien jaar oud was ging ik al met mijn vader mee op de brommer."

Toen hij de RSG (Rijks Scholen Gemeenschap) in Lochem verliet, mocht hij op achttienjarige leeftijd dan 'eindelijk' echt aan de slag bij de Twentsche Courant. De krant was nog echt een meneer in die tijd. "Op redacties heerste de gedachte dat wij journalisten de wereld wel konden verbeteren. De jaren zestig lagen nog maar net achter ons, de krant of in ieder geval een flink deel van de journalisten had een behoorlijk linkse en activistische grondslag", herinnert Buter zich.

In de jaren zeventig maakte hij mee wat volgens hem dé journalistieke revolutie voor de komst van het internet was. Het journaille kwam toen tot het besef dat lezers alleen geïnteresseerd blijven als de verhalen objectief en herkenbaar zijn. "Kom uit de ivoren toren en begeef je onder het lezersvolk", werd het devies.

Een opdracht die de geboren Tukker op het lijf is geschreven. Het directe contact met zijn publiek heeft Buter altijd het mooiste gevonden aan zijn vak en dat kan het beste in de regio. Heel even maakte hij een uitstapje naar de landelijke journalistiek: "Dat was veel afstandelijker. Ik kwam nog net niet gillend terug." Nee, Buter wil in de supermarkt horen wat mensen van zijn verhalen en de krant vinden. "Daardoor weet je wat de mensen willen lezen en kom je erachter dat zij benieuwd zijn naar het verhaal achter de 100-jarige opoe Van de Kerkhof, daar moet je je nooit te goed voor voelen."

Verrijking
Met pen en notitieblok toog hij ruim veertig jaar door Twente, Salland en de Achterhoek. Of hij bij de 100-jarige opoe Van de Kerkhof aan de keukentafel achter de verjaardagstaart zat of zich mocht melden bij de Commissaris van de Koningin, dat maakte hem niet uit. "Je leert zo veel verschillende mensen kennen én waarderen. Al die gesprekken hebben mijn kennis en leven enorm verrijkt. Ik heb werelden leren kennen, die ik anders nooit had ontdekt."

Levensverhalen
Nu Buter zichzelf heeft herontdekt als schrijver, is hij ook klaar om in een nieuwe hoedanigheid verhalen te vertellen. Een duidelijke 'functieomschrijving' heeft hij nog niet, maar uitvaartschrijver of verteller van levensverhalen komt aardig in de buurt.

De kennis en ervaring die hij als journalist opdeed, zet hij nu in om het levensverhaal van mensen op papier te zetten, meestal nadat iemand is overleden, maar dat hoeft niet. "Ik verdiep me in het leven van een persoon door met nabestaanden te praten, soms ook met de persoon zelf", vertelt Buter. "Ik probeer me een beeld te vormen van de omgeving waar iemand opgroeide en de cultuur die daar heerste. Dat doe ik op basis van eigen kennis en de literatuur die erover beschikbaar is."

Nu de journalist in ruste zich niet meer dagelijks op een redactie hoeft te melden, kan hij alle tijd nemen om teksten op te poetsen tot ware pareltjes. Of beter gezegd: tot monumenten. "Ik steek zoveel tijd als nodig is in het verzamelen van informatie en het uitwerken van de verhalen. Of ik er nou tien of vijftien uur mee bezig ben, maakt niet meer uit", klinkt het bevlogen. "Het is heerlijk om niet meer te schrijven vanuit een keurslijf. Ik word niet meer gehinderd door journalistieke regels."

Buter geniet zijn hele leven al van de interactie met zijn publiek, maar de dankbaarheid die hij voelt na het leveren van een levensverhaal, geeft hem de meeste voldoening. "Ja, ik denk wel dat dit de ultieme manier van verhalen vertellen is."

Gave
Buter, die schrijven verheven heeft tot ambacht, ziet het zelf vooral als een gave waar hij zich gezegend mee voelt. Of verhalen vertellen belangrijk is? "Het leven hangt aan elkaar van verhalen. Iedereen heeft een verhaal", vertelt Buter. Hij besluit met een conclusie, waarbij hij opmerkt zelf niet gelovig te zijn: "Onze hele samenleving is gebouwd op verhalen, die uit de Bijbel. Wat is er dan belangrijker dan verhalen vertellen?"

'De liefde voor de streek is er altijd geweest'
Als journalist bij regionale dagbladen moet je van vele markten thuis zijn, maar van Jan Buter kun je gerust zeggen dat hij ook een specialisme had: de cultuur in het Nedersaksische taalgebied. Bij zijn vorige werkgevers schreef hij er veel over en ook in deze krant is het een geliefd onderwerp voor de columnist Zwaleman en de auteur van de rubriek Uut 't Wald.

Net als het schrijven werd ook de liefde voor de streek er met de paplepel ingegoten door vader Adriaan Buter. "Hij was een autoriteit op het gebied van streekcultuur", weet junior. "Mijn vader schreef wel zestig tot zeventig boeken en heel veel daarvan gingen over de streek", vertelt Buter over zijn vader, naar wie in de zomer van 2016 zelfs een straat in Neede werd vernoemd."Ik ben zelf geen expert", vindt Buter, die in zijn afscheidsinterview in de Stentor desalniettemin als 'Chroniqueur van de Achterhoek' werd uitgezwaaid. "Ik geef slechts door wat ik zie, lees en weet."

Dat is toch een flinke rugtas vol, na meer dan vier decennia nieuwsgierig de streek uitgepluisd te hebben. Daarnaast is hij natuurlijk kenner van het werk van zijn vader, maar ook van de bekende Achterhoekse meester en publicist Hendrik Willem Heuvel (1864-1924). Buter parafraseert en citeert graag uit met name Heuvels belangrijkste werk 'Oud-Achterhoeksch Boerenleven' om vervolgens de link met het heden te leggen. "Ik hou mezelf en mijn lezers in deze jachterige tijd graag een spiegel voor, zonder overigens terug te willen naar de negentiende eeuw", legt Buter uit. "Uit welke Achterhoek komen we? Mensen doen soms dingen zonder dat ze weten waarom. Ik ben daar altijd al heel nieuwsgierig naar geweest. De geschiedenis en cultuur leren je waarderen wat je nu hebt."

De liefde voor het Achterhoekse dialect kwam bij Buter pas op latere leeftijd en was meer van pragmatische aard. De streektaal is hem namelijk niet van jongs af aan geleerd, hij werd in het Algemeen 'Beschaafd' Nederlands opgevoed. "Toen ik als journalist in de Achterhoek kwam, merkte ik echter dat ik mijn werk beter kon verrichten als ik de streektaal goed kon verstaan en spreken. Daarom ben ik het gaan leren."

En zo kon het gebeuren dat een geboren Tukker over het Achterhoeks dialect schrijft. Dat doet hij zonder opgeheven vinger. "Ik wil mensen aan het denken zetten en hoop dat ze wat ik opschrijf herkennen. Als ze mijn verhalen met een glimlach lezen en er misschien ook nog iets van opsteken ben ik tevreden."

Buters column Zwaleman en de rubriek Uut 't Wald zijn elke week te lezen in alle veertien titels die Achterhoek Nieuws uitgeeft.

PROFIEL

Naam: Jan Buter
Geboren: 1 maart 1952 in Goor en woonde vervolgens in Noordijk, Almelo, Enschede, Deventer, Zutphen, Broekland, Nieuw-Heeten, Laren en Neede.
Familie: Getrouwd met Betty Leerink, samen hebben zij 4 kinderen en 7 kleinkinderen.
In 2007 overleed Buters eerste vrouw.
Opleiding: Havo aan de RSG in Lochem.
Journalistieke carrière (1970-2014): Twentsche Courant (meerdere redacties), Deventer Dagblad, Zutphens Dagblad, Sallands Dagblad en de laatste twintig jaar bij de Stentor voor de edities Apeldoorn, Deventer, Lochem en Zutphen.

INSPIRATIE

Adriaan Buter
"Mijn vader heeft me als het ware geïntroduceerd in de journalistiek. Hij was het die me als tiener al 'stage liet lopen'. Ik heb op de krant nooit met hem willen samenwerken, wel hebben we met z'n tweeën enkele boeken geschreven. Bijvoorbeeld De Echte Achterhoek uit 1983, waarin ik als junior-auteur voor het eerst over Normaal schreef. Na zijn pensionering (hij bleef wel tot zijn dood schrijven) heb ik met mijn vader veel gesproken over de ethische kanten van ons vak, die toen al onder druk stonden. Wij waren het er over eens, dat in je journalistieke werk je maatschappelijke verantwoordelijkheid altijd voorop moet staan en niet het commerciële belang van je uitgever. Maar ook: dat je altijd de lezer moet respecteren. Omdat hij (of zij) je werkelijke opdrachtgever is."

Meester Heuvel
"Heuvel beschouw ik als eerste en belangrijkste chroniqueur van de Achterhoek. De Achterhoek van de negentiende eeuw weliswaar, maar die is er nog steeds voor wie hem zien wil. Daarom is Heuvels Achterhoeks Boerenleven ook zo belangrijk: het boek legt een verbinding tussen verleden en heden. In Heuvels werk lees je ook de liefde voor de streek, ondanks dat hij die enigszins op afstand en als het nodig is ook mild kritisch beschouwt. Ik hoop altijd dat je mijn werk op dezelfde wijze kunt typeren: ik schrijf met liefde voor mijn onderwerp, schuw kritische benadering niet. Maar ik probeer wel mild te zijn, omdat ik me altijd realiseer dat ik niet de wijsheid in pacht heb."

Docenten RSG
"In de jaren zestig was de RSG een van de scholen die meededen aan een pilotproject vooruitlopend op de Mammoetwet die in 1968 werd ingevoerd. Veel van de docenten waren jong en enthousiast, een enkeling zelfs bevlogen om deze nieuwe vorm van onderwijs tot een succes te maken. En bovenal: ze waren nog doordrongen van wat minister Cals destijds voor ogen had: je hoeft echt niet alles uit je hoofd te weten, als je maar weet hoe en waar je eventueel noodzakelijke kennis vandaan moet halen."

Willem Wilmink
"Wilmink is voor mij voor alles een woordkunstenaar. Maar wat hij ook schreef, een 'zwaar' gedicht of een liedje voor een kinderprogramma, er zat altijd diepgang in zijn werk. Soms alleen voor wie het wilde lezen, maar dat is misschien nog wel knapper. En met zijn gedicht over Enschede (Het is het eindpunt van de trein, bijna geen mens hoeft er te zijn, bijna geen hond gaat zover mee: Enschede), overigens te lezen bij de Grolsch Veste, kan ik mijn vele kennissen en familieleden uit die stad altijd weer zo fijn plagen."

Herman Finkers
"Misschien nog beter dan Wilmink weet Finkers diepgang te verpakken in humor. Soms (lichtelijk) in het plat, maar hij bedient zich nooit van platte humor. Bovendien hoor je ook in zijn teksten de immense liefde voor dat land aan de goede kant van de IJssel, die ik als Twentse Achterhoeker (met ook nog een beetje Sallandse smetten) zo goed kan begrijpen."

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant