Trots gaan de VN-veteranen op de foto met Burgemeester van Oostrum. Foto: Peter Vorderman
Trots gaan de VN-veteranen op de foto met Burgemeester van Oostrum. Foto: Peter Vorderman

Draaginsigne voor Berkellandse VN-veteranen

Algemeen

BERKELLAND – Ze hebben er lang op moeten wachten, maar afgelopen vrijdag 10 november was het zover. In een sfeervolle ceremonie op het gemeentehuis heeft burgemeester Joost van Oostrum acht Berkellandse VN-veteranen het draaginsigne 'Nobelprijs VN Militairen' uitgereikt.

Door Peter Vorderman

De Nobelprijs voor de Vrede is in 1988 toegekend aan de Verenigde Naties (VN) vredesmachten, voor deelname aan vredesmissies vanaf 1956. In 2015 heeft de Minister van Defensie een draaginsigne ingesteld voor individuele (oud-)militairen, die namens Nederland in de periode 1956 – 1988 als blauwhelmen hebben deelgenomen aan VN-vredesmissies. De nuchtere veteranen toonden zich best in hun nopjes met het insigne en bijbehorende oorkonde.

De Nobelprijs is uitgereikt aan de VN als organisatie en niet aan individuele militairen. Met de instelling van de draaginsigne heeft de voormalig minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert toch tastbaar uitdrukking willen geven aan de erkenning en waardering voor individuele Nederlandse (oud-)militairen die zijn uitgezonden voor VN peacekeeping operaties.

In totaal komen vijftien Berkellandse VN-veteranen, veelal dienstplichtige militairen van de Koninklijke Landmacht, in aanmerking voor het insigne. Hiervan kregen er acht het eremetaal persoonlijk opgespeld door van Oostrum. De meeste van de aanwezige VN-veteranen zijn uitgezonden geweest naar Libanon, in de United Nations Interim Force in Lebanon (UNIFIL).

In totaal hebben meer dan 9.000 Nederlandse blauwhelmen tussen 1979 en 1985 in Libanon gediend, als buffer in de Zuid-Libanese grensstreek tussen Libanon (Palestijnen) en Israël. Het doel van UNIFIL was de orde en veiligheid in Zuid- Libanon te verzekeren en het Libanese gezag in dat gebied te herstellen. Maar het insigne betreft ook de uitzendingen naar Egypte, Congo, Yemen, India/Pakistan en Syrië/Jordanië in de periode van 1956 - 1988. In zijn toespraak toonde de burgemeester zich geïnspireerd door Hennis: "De uitzending naar Libanon vormde in zekere zin de opmaat voor de latere missies van onze krijgsmacht. Het wordt ook wel de 'moeder aller missies' genoemd. De daar geleerde lessen worden tot op de dag van vandaag gebruikt. Namens ons land stonden deze veteranen in de frontlinie en zetten zij zich in op plekken waar angst en onrecht heersen. Meteen al op het vliegveld van Beiroet werd duidelijk hoe ernstig de situatie was. Wrakken van vliegtuigen en voertuigen, kapotgeschoten gebouwen, armoede, intimidaties, gijzelingen en beschietingen. Dit alles was aan de orde van de dag. Het handhaven van de vrede daar was buitengewoon lastig, zelfs nagenoeg onmogelijk. Dank voor uw inzet, dank voor uw moed!"

En moed en wijsheid werd zeker gevraagd van de uitgezonden dienstplichtige militairen, want de missies waren niet zonder risico's. Leo Roest (55) uit Eibergen is in 1981 vanuit het 43e Infanterie Bataljon als MAG-schutter voor zes maanden uitgezonden geweest naar het grensgebied tussen Libanon en Israël. Gewapende Palestijnen probeerden voortdurend te infiltreren in Israël en moesten daarvoor de VN-bufferzone doorkruisen. De VN-troepen hielden vaak infiltranten staande en namen dan hun wapens in. In een enclave in dit gebied was ook de door Israël gesteunde militie van de christelijk Libanese Majoor Haddad actief. Roest: "Haddad imiteerde de VN-handelwijze met roadblocks en controles en daagde UNIFIL uit. Elke nacht zagen we lichtkogels over onze stellingen heen komen. Zo beschoot Haddad niet alleen Palestijnen, maar 'voor de lol' ook de VN-troepen. Zelfs in aanwezigheid van VN-militairen schoten mensen van Haddad in koelen bloede Palestijnen dood en wij mochten niet ingrijpen. Zelf ben ik een keer door het oog van de naald gekropen; een Haddad kogel bezorgde me alleen een deuk in mijn helm. My lucky day." Gerard Ruesink (55) beaamt dit. Hij is in 81-82 uitgezonden als chauffeur-verkenner bij UNIFIL. "Het was een uitdagende spannende periode, ik ben overal geweest. Ook ik ben tijdens een rit beschoten, maar werd gelukkig niet geraakt.", aldus Ruesink. "Als 18-jarige dienstplichtige vormt zo'n uitzending toch een deel van je leven, je komt terug met positieve en negatieve ervaringen. Het was fijn dat we een hechte groep vormden. Het was heel bijzonder om tijdens kerst en oud en nieuw daar te zijn. We hadden geen vuurwerk, maar voldoende andere spulletjes om knallend het nieuwe jaar in te gaan. In die tijd bestonden sociale media nog niet, maar de laatste jaren houden we onderling contact via Facebook".

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant