Carel Willink, Portret van Henri Isaäc Keus, 1955 Collectie Museum MORE © Mrs Sylvia Willink c/o Pictoright 2017
Carel Willink, Portret van Henri Isaäc Keus, 1955 Collectie Museum MORE © Mrs Sylvia Willink c/o Pictoright 2017

Twee nieuwe schilderijen in Museum MORE

Algemeen

RUURLO - Museum MORE is zeer blij met de verwerving van twee sublieme portretten van Carel Willink en Gerard Röling. Het gaat om een portret van Lenny de Graan gemaakt door Röling rond 1941. De andere aanwinst is een een portret van Henri Isaäc Keus, dat Willink maakte in 1955.

"Twee prachtige tegenpolen: betovering en onttovering. Zo zou je de nieuwe aanwinsten kunnen kenschetsen", aldus artistiek directeur Ype Koopmans. "Willink en Röling - beiden meesters in stofuitdrukking – excelleren hier met hun weergave van de menselijke huid, van fluweel en van tweed. En beiden laten een handenspel op de voorgrond afspelen. Iets wat ook grote technische kunde verraadt." Zo schilderden zij tot in perfectie een beeld van nors leiderschap en jeugdige statigheid. Maar schijn kan bedriegen. Willink en Röling tonen vooral wat ze wilden laten zien.

Gerard Röling (1904-1981) had gestudeerd aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam waar hij in 1939 hoogleraar werd. Röling, vader van kunstenares Marte Röling en oom van schilder Matthijs Röling, maakte rond 1941 dit portret van Lenny de Graan. Waarschijnlijk was het schilderij bedoeld als huwelijkscadeau, wellicht een opdracht van Lenny's ouders. Mejuffrouw Helene Cornelia Therese de Graan (1918-1966) – zoals ze voluit heette – zou trouwen met architect Jan Giesen en was enig kind van een bemiddeld, kosmopolitisch echtpaar. Röling portretteert de jonge vrouw dan ook als 'welgestelde schoonheid'. Deze dochter van Shell-directeur Albert de Graan en zijn echtgenote Helene Lamtieff (of Elana Lamtieva) woonde met haar ouders in een chique wijk van de Italiaanse kustplaats Genua. Lenny's huwelijk werd in net zo'n turbulente tijd gesloten als dat van haar ouders die in 1917 getrouwd waren in Sint-Petersburg, midden in het rumoer van de Russische Revolutie. Lenny, die 22 jaar oud was, trouwde terwijl de Tweede Wereldoorlog net was losgebarsten. Het zal een obstakel geweest kunnen zijn om zich te verenigen met haar aanstaande Amsterdamse echtgenoot. Reizen tussen Italië en Nederland was niet eenvoudig. In september 1940 trad zij in het huwelijk in het Noord-Hollandse Laren, waar zij in 1944 bevalt van een zoontje Jan Frans Wladimir dat slechts enkele weken in leven blijft. Lenny zou geen andere kinderen meer krijgen. Waar Gerard Röling de jonge Lenny geschilderd heeft is niet zeker. Sommigen vermoeden daadwerkelijk in Genua, omdat Röling in Frankrijk en Italië heeft gereisd. Anderzijds woonde hij ook in Laren. Röling heeft Lenny in ieder geval geportretteerd in een landschap met sterke verwijzingen naar oude mediterrane parken en tuinen. De on-Hollandse grijs-gloeiende wolken bij zonsondergang laat hij terugkomen in haar ogen en haar roze gestifte lippen. De schilder toont met sublieme stofuitdrukking een doorzichtige blos op haar half-Slavische jukbeenderen. Rölings weergave van haar zwart-glanzende haar en het zachte fluweel is meesterlijk. Haar armen leunen op een verweerde balustrade, een trouwring prominent aan haar vinger. Gekleed in een modieuze jurk, een prachtig decolleté, en met een perfect vlekkeloze huid bant Röling geheel uit dat Lenny ook gehandicapt was. Als kind liep ze polio op, waardoor zij in een rolstoel zat. Röling geeft haar in een klassieke setting met haar jeugdige statigheid, immuun voor ziekte, het eeuwige leven. Lenny overleed op 48-jarige leeftijd.

Henri Isaäc Keus
Als geliefd portrettist van de Nederlandse high society, kreeg Carel Willink (1900-1983) regelmatig captains of industry op bezoek in zijn Amsterdamse atelier. Zo moet ook Henri Isaäc Keus (1889-1971) bij Willink uren stil gezeten hebben om zijn portret te laten maken door de toen bestbetaalde schilder van Nederland. Maar van harte ging het niet, zo gaat het verhaal. Keus was niet gecharmeerd van dit kostbare afscheidscadeau dat zijn bedrijf hem had gegeven. Waar anderen de eer van dergelijke langdurige 'audiënties' bij Willink waarschijnlijk keurig ondergingen, bood deze net gepensioneerde directeur stil verzet. Keus zou een tweedpak hebben aangetrokken met een visgraatmotief waar de schilder extra op zou moeten zwoegen. Op de vraag of dat niet veel werk was geweest gaf Willink als antwoord: "Ja, maar ik ben een zachtmoedig mens". Die zachtmoedigheid is niet terug te zien in zijn portret van Keus. Hij beeldt de technicus, econoom en uitvinder af als een autoritaire, norse leidersfiguur. Willinks weergave van een licht rood-aangelopen gezicht is perfect. De handen virtuoos geschilderd, maar fors. Een onbarmhartig portret, ook door de onflatteuze weergave van Keus' oren. De zoon van Keus was bang voor het kunstwerk en het schilderij verhuisde van de woonkamer naar de slaapkamer en van daar naar de logeerkamer. Keus was decennialang directeur geweest van de Heemaf, toen een van de belangrijkste machinefabrieken van Nederland. Een topman die groot aanzien genoot. Die kon bogen op – inderdaad - stevig leiderschap en die scherpe columns schreef in (de voorloper van) NRC Handelsblad. Hij was fel gekant tegen te veel staatsinmenging in het bedrijfsleven, maar tegelijkertijd ook de man die een voorloper van de moderne ondernemingsraad instelde. Toen zijn werknemers na de oorlog door de schaarste geen schoeisel konden betalen, liet hij uit Engeland leren zolen overkomen die hij uitdeelde onder het personeel. Een markante man, die elke dag een witte anjer droeg, ver voor Prins Bernhard. Met een vaasje water verstopt achter zijn revers. De anjer heeft Willink ook geschilderd, maar naar het schijnt aan de verkeerde kant. Willinks 'stugge Keus' werd in diens overlijdensbericht door zijn familie genoemd als een 'lieve, zorgzame man'.

Gerard Röling, Portret van Lenny de Graan, ca 1941. Collectie Museum MORE

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant